Ischemische Hart En Vaatziekten Flashcards

1
Q

Wat is arteriosclerose?

A

Arterioslerose is een inflammatoir proces waarbij er veranderen in de vaatwand van de aders ontstaan. De ateriewanden worden dikker en stugger waardoor ze gaan verstijven en gaat de spierlaag van de aders verkalken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke onderdelen zijn betrokken bij het ontstaan van arteriosclerose?

A

Lokale compomenten: endotheelcellen, gladde spiercellen en extracellulaire matrix

Circulerende componenten: lipoproteïnen, fibrinogeen, stollingsfactoren en bloedcellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat gebeurt er in het lichaam bij het ontstaan van arterioslerose?

A
  1. Endotheelschade en verdikking intima:
    - door endotheelschade gaat de intima verdikken. In de verdikking zitten enzymen die lipiden kunnen vasthouden
    - schadelijke stoffen geraken door de verdikte zones
    - calcificatie door opstapeling van calcium in de plaques
  2. Fatty streek: tussen de spierlaag gaan vetten met vrij cholesterol zich opstapelen waardoor er een zogenaamde 3e laag ontstaat. Dit zorgt voor een ontstekingsreactie waardoor macrofagen proberen de stoffen op te ruimen
  3. Fibreuze plaque: de plaque vormt zich om tot een fibreuze cap. Bloedplaatjes hechten zich hieraan en vormen een thrombus die zorgt voor een vernauwing
  4. Necrotische kern: de opgestapelde vetten vloeien ineen en vormen een necrotische kern dat bestaat uit ‘ schuimcellen’. Nadien worden de schuimcellen afgebroken door macrofagen en ontstaan er gaten en dunnere wordende cap. De fibreuze cap kan scheuren en veroorzaakt een letsel of embool
  5. Afsluiting van een bloedvat: er ontstaat een ruptuur in de plaque waardoor de plaque terecht komt in het bloed en een thrombus vormt. Deze thrombus sluit het bloedvat af
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de risicofactoren bij arteriosclerose?

A
  • leeftijd
  • geslacht
  • roken
  • bloeddruk
  • lipidenspectrum
  • glycemie
  • familie anamnese
  • lichamelijke activiteit en BMI
  • voorgeschiedenis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke factoren geven een verhoogd risico op HVZ?

A

Niet- Beïnvloedbare factoren: Leeftijd, geslacht, voorgeschiedenis van een ischemie bij jou of familie

Beïnvloedbare factoren: hypertensie, slecht lipidenprofiel, diabetes T2, leefstijl ( roken, voeding, beweging en BMI)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Op basis van welke aspecten maakt men een risico- analyse voor HVZ?

A

Men gaat kijken naar 5 risicofactoren bij de persoon:

  • geslacht
  • leeftijd
  • bloeddruk
  • verhouding cholesterol/HDL cholesterol
  • roken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke symptomen wijzen op een stabiele angina pectoris?

A

Pijnlijk, drukkend of beklemmend gevoel op de borst die uitstraalt naar de keel/schouders of armen.
De klachten ontstaan bij inspanning en verdwijnen bij rust of toedienen van nitraten
De klachten kunnen ook voorkomen door emoties, koude toestanden, hyperdynamische toestanden of hyperthyreoïdie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een silent ischemie?

A

De hartspier heeft een zuurstoftekort maar de patiënt ervaazrt geen klachten. Op de ECG zijn er wel afwijkingen te zien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe stelt men een stabiele angina pectoris vast?

A
  • ECG tijdens een inspanningstest ( cyclo ergometrie)
  • isotopenonderzoek
  • 24 uur holterregistratie
  • coronarografie ( vernauwingen in coronairen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe behandeld men een stabiele angina pectoris?

A

Medicatie: aspirine ( thrombusvorming tegengaan) , betablokkers, nitraten en CA antagonisten

Risicofactoren opvolgen: anemie, hyperthyreoïdie, hypertensie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke symptomen wijzen op een instabiele angina pectoris?

A

plotse veranderingen van de klachten: pijn op de borst komt ook voor in rust/ lage inspanning , klachten duren langer en gaan niet over

Atypische klachten zoals maagpijn of pijn tussen de schouderbladen

! Symptomen kunnen ook voorkomen zonder dat er eerst een stabiele angina is ontstaan !

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de oorzaak van een instabiele angina pectoris?

A

Een plaqueruptuur met een vorming van een thrombus + plotse toename van stenose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Een instabiele angina pectorise is een voorbode voor…

A

Een acuut myocardinfarct

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe stel men de diagnose vast bij een instabiele angina pectoris?

A

Eerst op basis van een waarschijnlijkheidsdiagnose omdat snelle behandeling nodig is

Doseren van bepaalde enzymen en spiereiwitten ( troponines) in het bloed maar dit duurt 3 uur voor het duidelijk wordt
Met de meest gevoelige test ( high sensitivity troponines) kan een myocardischemie wel uitgesloten worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe kan men een instabiele angina pectoris behandelen?

A

-Pijnlijk, beklemmend gevoel met nitraten
( bij een transmuraal myocardinfarct geeft dit bloeddrukval en syncope!)

  • Mechanische revascularisatie
  • coronaire bypasschirurgie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een acuut myocardinfarct ( AMI)?

A

Plotse onderbreking van de doorbloeding en zuurstof naar de hartspier dat veroorzaakt wordt door een thrombus die zorgt voor een volledige afsluiting van de kransslagaders. Hierdoor sterft een deel van de hartspier af

Onderscheidt tussen AMI met of zonder ST-elevatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is de oorzaak van een AMI?

Wat gebeurt er hierdoor in het lichaam?

A

Een plotse ruptuur of erosie van de atherosclerothische plaque waardoor inhoud in het bloed terecht komt. Hierdoor is er agreggatie van de bloedplaatjes en adhesie wat een vorming van een thrombus geeft.

Ook kan Occlusie optreden in de kransslagaders kan leiden tot myocardischemie met necrose van het distale hartspierweefsel

18
Q

Welke symptomen ondervindt men bij een AMI

A
  • plotselinge en hevige pijn op de borst dat uitstraalt naar de schouder, hals en kaken
  • de pijnklachten zijn heviger en gaan niet voorbij
  • sublinguale nitraten hebben geen effect
19
Q

Hoe stelt men de diagnose van een AMI?

A
  • ECG ( stijging ST segment is vaak een transmuraal infarct en zonder is een niet-transmuraal infarct)
  • labo onderzoek: myocarspecifieke creatinekinase, troponine I en T, SGOT, LDH ( verhoogde serumspiegels van hartspierenzymen en eiwitten)
20
Q

Welke complicaties kunnen ontstaan door een AMI?

A
  • ritmestoornissen die zorgen voor ventrikelfibrillatie met risico op plotse dood
  • hartfalen en cardiogene shock
  • ruptuur hartspier op de vrije wand van de L-ventrikel en harttamponade
21
Q

Hoe wordt een AMI behandeld?

A

Acute behandeling:

  • O2 toedienen
  • pijnbestrijding
  • anticoagulantia
  • anti-aggregantia
  • vasodilatatie coronairen met nitroglycerine
  • refusietherapie om ischemisch myocardweefsel te redden ( niet mogelijk gebruikt men trombolytica)

Langere termijn:

  • onderhoudsbehandeling met B-blokkers, ACE-inhibitor, cholesterolverlagende medicatie en aspirine
  • risicofactoren aanpakken en onder controle houden
22
Q

Wat is claudicatio intermittens?

A

Chronisch obstructief vaatlijden in de beenslagaders en een kritische ischemie waarbij er hevige pijn en wel/geen huidveranderingen ontstaan door verminderde zuurstof.
Het kan leiden tot acute afsluiting van de arterie waardoor het been kan afsterven door een acute ischemie

Na een tijd kan er occlusie ontstaan en sterft het weefsel distaal van de occlusie af ( door embolie, trauma of gevorderde arteriosclerose )

23
Q

Door wat ontstaan claudicatio intermittens?

A

Ontstaat bij een vernauwing van de arteriën van de onderste ledenmaten zoals a. Iliaca, a. Poplitea of a. Femoralis

24
Q

Wat gebeurt er in het lichaam bij perifeer arterieel vaatlijden?

A

De arteriën in de benen verliezen hun elasticiteit en worden dikker en stugger. Afzetting van vetten en kalk beschadigt de binnenkant waardoor het lumen versmalt en de doorbloeding verminderd.

25
Q

Welke symptomen ervaart men bij perifeer vaatlijden?

A
  • etalagebenen ( claudicatio intermittens)
  • krampen in de kuiten
  • vermoeide en stijve spieren in de benen
  • ischemische rustpijn ( voorvoet en tenen) voornamelijk s’nachts en verminderd wanneer men de benen uit bed hangt
  • trofische stoornissen
  • bij volledige occlusie: de 5 p’s

Klachten nemen toe bij inspanning en verdwijnen bij rust. Wanneer de vernauwing toeneemt kunnen de klachten ook in rust ontstaan en spreekt men van trofische stoornissen

26
Q

Trofische stoornis?

A
  • Koude en dove voeten
  • verminderde haargroei
  • slecht genezende wondjes
  • gezwollen en erythemateuze voeten
  • ulcera
27
Q

Voor wat staat de 5 P’s?

A
  • pain: pijn in rust
  • pulseless: ontbreken van de voetpulsaties
  • pallor: bleekheid
  • paresthesias: verminderd of doof gevoel
  • paralysis: motorische uitval thv de voetspieren
28
Q

Hoe stelt men de diagnose bij perifeer vaatlijden?

A

Bij mensen met risico voor HVZ kan men een diagnose voor claudicatio intermittens stellen via een anamnese:

  • aard van de pijn
  • huid, nagelveranderingen
  • berekenen van enkel-armindex met dopplerapparaat voor beencirculatie

Duplexonderzoek ( eerste bevestiging)
Angiografie met MRI of CT voor lokalisatie stenose

29
Q

Welke symptomen wijzen op een acute ischemie?

A
  • pulsatie ontbreekt in de arteriën van het onderbeen en de voet ( thv tibialis anterior en dorsalis pedis)
  • ruisend geluid bij auscultatie
  • been en voet voelen koud aan en zien er bleek uit
30
Q

Welke behandelingen zijn er mogelijk bij perifeer vaatlijden?

A
  • preventief risicofactoren behandelen ( hypertensue, dyslipidemie, roken en diabetes)
  • oefentherapie of looptraining en daarna pas overgaan naar vaatchirurgie
  • bij acute ischemie: revascularisatie voor schade te voorkomen
31
Q

arterieel vaatlijden?

A

Door artherosclerose van de carotiden ( vaak thv bifurcatie van a. Carotis).
Er ontstaat een thrombus die kan veranderen in een embool en zorgt voor van de distale hersenarteriën waardoor er een CVA of TIA kan ontstaan

32
Q

Wat is de meest voorkomende oorzaak van een TIA of CVA?

A

Voorkamerfibrilatie en embool

33
Q

Wat is een TIA en een CVA?

A

Transient ischemic attack: van tijdelijke aard ( minder dan 24 u) omdat het embool oplost

Cerebrovasculair accident: door ischemie en necrose van het hersenweefsel dat ontstaat door occlusie van een arterie zullen de neurologische functies uitvallen ( hemiplegie, asafie)

34
Q

Hoe stelt men de diagnose bij een CVA?

A
  • medische beeldvorming ( MRI of CT)

- duplexonderzoek of arteriografie

35
Q

Wat is een aneurysme aorta

A

Dit is een ziektebeeld door arteriosclerose waarbij de diameter van de arterie met meer dan 50% is toegenomen.
Bij een aorta abdominalis spreken we van een aneurysma wanneer deze 3cm is

36
Q

Waar kan men overal een aneurysma krijgen?

Welke verschillen zijn er tussen de verschillende plaatsen?

A

aorta ascendens: arteriële hypertensie speelt hier een rol voor de degeneratie van de vaatwand

aorta descendens: aantasting door arteriosclerose geeft verzwakking van de wand waardoor de arterie uitzet

abdominale aneurysma: vooral bij oudere patiënten

thoracale aorta aneurysma: komt vooral voor bij mensen met bindweefselziekten ( syndroom van Marfan) en hierbij groeit het aneurysma sneller en ontstaat er dissecti bij een kleinere diameter

37
Q

Welke symptomen wijzen op een aneurysma?

A
  • plotse en hevige pijn bij de abdomen of aan de lage rug kan wijzen op een snelle toename in volume of een ruptuur
  • symptomen van een acuut abdomen: peritoneaalprikkeling met pijn bij het bewegen
  • bij KO ziet men spierverzet, loslaatpijn, percussiepijn en hypovolemische shock
38
Q

Welke complicaties kunnen een aneurysma geven?

A
  • plots ruptuur die leidt tot een hypovolemische shock

- acute dissectie

39
Q

Wat verstaat men onder een acute aortadissectie?

Wat zijn de oorzaken hiervan?

A

De wand van de aorta ( spierlaag) wordt in 2 gespleten langs een scheur in de tunica intima. Er gaat bloed naast het lumen van het bloedvat komen.

De oorzaken zijn: door arteriosclerose ( in de aorta descendens) of in een bestaand aneurysma

40
Q

Hoe kan men een aneurysma behandelen?

A

abdominale aneurysma wordt heelkundig behandeld indien het groter dan 5 cm is
! mortaliteit bij ruptuur is 90% !