Is google maps part of the conscious mind? Flashcards
Embodied theory
Cognitief denken is afhankelijk van het lichaam
Niet brein delen van je lichaam kunnen helpen met het oplossen van problemen
Shawcross
Embedded theory
Cognitief kunnen is afhankelijk van de omgeving. We kunnen cognitie zonder representatie hebben
Omgeving is relevant voor onze ervaring (kleurwaarneming)
Robert White
Hersentransplant bij resus apen
George Lakoff en Mark Johnson
We praten over de wereld als boven en onder ons, dus in relatie tot iets belangrijks (ons lichaam)
Frankenstein hypothese
Wie we zijn, denken en ervaren zit alleen in het brein
Embedded theory en cognitivisme
Embedded bekritiseerd cognitivisme voor het idee van cognitie als symbool manipulatie
Hieruit volgt dat cognitieve staten zowel mentaal als niet mentaal kunnen zijn. Een zonnebloem draait naar de zom maar is zich hiervan niet bewust
Termieten zien een eindproduct niet voor zich maar volgen wel de regels
Biological cognition
Mogelijkheid om problemen op te lossen die uit de omgeving komen.
Heeft te maken met theoretische en praktische kennis
Shawcross
Seriemoordenaar
Lage serotonine
Extra y dus hoge testosteron
Erg agressief
Frits Strack
Leonard Martin
Sabine Stepper
Potlood tussen tanden ipv mond maakt dingen grappiger. Je lichaam bepaalt dus mee hoe je dingen ervaart
The extended mind
De omgeving hoort bij de cognitieve mind
Epistemic action
Actie die de omgeving verandert wat cognitieve processen verder helpt
Andy Clark
Wanneer we een puzzel op gaan lossen bedenken we ook niet in ons hoofd waar alle stukjes moeten. We maken geen intern model, maar gebruiken ons lichaam om verandering in de omgeving te maken
4 criteria voor iets om bij de extended mind te horen
Makkelijk bereikbaar
Betrouwbaar
Bijna altijd beschikbaar en typisch gebruikt
Parity principle
Parity principle
Als iets in de wereld iets doet wat wanneer ik het in mijn hoofd zou doen het als cognitief process zou tellen, is dit deel van mijn cognitieve process
Bv rekenmachine
Clark en Chalmers
Verhaal van otto en inga. Otto heeft het adrs opgeschreven want Alzheimer, Inga heeft het onthouden. Beide maken van onbewuste info bewuste info
Info telt voor hets rol, niet de plek waar het bewaard is