Ionenevenwichten t.e.m. PH-berekening zuren en basen Flashcards

1
Q

wat is een elektrolyt + geef oorzaak

A

een elektrolyt is een samengestelde stof die de elektriciteit kan geleiden in opgeloste toestand of in gesmolten toestand

+ de oorzaak is de aanwezigheid van ionen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

welke 2 soorten elektrolyten heb je + uitleg + vb

A

Sterke elektrolyten = elektrolyten die volledig splitsen in ionen als ze gesmolten of opgelost zijn + bv NaCl

Zwakke elektrolyten = elektrolyten die niet volledig splitsen

+ bv ammoniak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is een amfolyt

A

dat is een stof die zuur en base karakters heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hoe zit het met de elektrolyten van zuren zouten en basen

A

bij zouten en basen heb je een ionbinding, dus die splitsen altijd in ionen en zijn sterke elektrolyten maar soms heb je ook uitzonderingen die toch zwakke elektrolyten zijn.

bij de zuren heb je een covalente binding maar water is in staat om sommige covalente bindingen toch om te zetten in ionen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is de omzettingsgraad hier dan + formule

A

de omzettingsgraad van een chemische reactie is de verhouding tussen de hoeveelheid weggereageerd reagens en de oorspronkelijke hoeveelheid van dit reagens

+

α = aantal mol weggereageerde stof / oorspronkelijk aantal mol stof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is de ionisatiegraad

A

dat is de omzettingsgraad wanneer er bij die chemische reacties ionen ontstaan en die ligt tussen 0 en 1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is de α bij sterke en zwakke elektrolyten

A

bij sterke is die 1

en bij zwakke ligt die tussen ongeveer 0 en ongeveer 1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is de verdunningswet van Ostwald + verklaring met reactievergelijking

A

wanneer je de oplossing verdund van een zwak elektrolyt vergroot de ionisatiegraad

+

CH3COOH + H2O —><- CH3COO- + H3O+

H2O concentratie verhoogd omdat je meer water gaat toevoegen voor de oplossing te verdunnen, waardoor het evenwicht verschuift naar de andere kant waarbij dat in het rechterlid de α verhoogd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

waarom kan men de verdunningswet niet gebruiken met een sterk elektrolyt

A

omdat de sterke elektrolyten al een α hebben van 1, wat het maximum is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is een protolysereactie

A

dat is een aflopende reactie waar protonen uitgewisseld worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

formule van log(a*b)

A

log(a*b) = log a + log b

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

formule van de zuurtegraad van H en OH

A

PH + POH = 14

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

formule berekenen pH en pOH bij een neutrale oplossing

A

pH = -log(H3O+) = 7

pOH = -log(OH-) = 7

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

hoe weet je naar welke kant het evenwicht ligt in een zuur-base reactie

A

bereken de Ka’s van beide zuren en degene die het kleinste is daar ligt het evenwicht het grootst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly