introductie vak Flashcards

1
Q

Wat is Communicatie Contact tussen zender en ontvanger?

A

Elkaar wederzijds Informeren en Beinvloeden
Verbaal, non-verbaal. Bewust, onbewust.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

kenmerken Massacommunicatie en welke zijn ontkeacht met de komst van sociale media?

A
  • richt zich op breed, heterogeen en onbekend publiek;
  • informatie is openbaar en voor iedereen beschikbaar;
    *! verzenden en bepalen van de inhoud gaat via omvangrijke
    organisaties
  • technische hulpmiddelen; massamedia
  • communicatie verloopt eenzijdig
    *! zender kan niet controleren of boodschap is aangekomen /begrepen
  • ontvanger bepaalt zelf of en hoe hij een medium gebruikt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is interpersonlijke comunicatie?

A

uitwisselen van invermatie tussen individenen. Niet bedoel voor massa publiek.
Interpersoonlijke communicatie is de uitwisseling van ideeën tussen twee of meer personen. Het gaat hierbij om zowel verbale als non-verbale directe communicatie. Wanneer je bijvoorbeeld reageert op een mail van je collega, is er sprake van interpersoonlijke communicatie tussen jou en je collega.

Ongelijktijdige comunictatie: zelf beplanen wanneer je iets leest.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is massa media?

A

vervoer middel van openbare comunicatie en maakt het mogelijk om een breed publiek (herogeen) te berijken.

De organisaties die de producten maken en ze versprieden over de media

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat zijn de 4 belangerijke media revoluties?

A
  1. invoering schrift cultuur Hfst 1
    Alfabet 1500 v chr
  2. Drukpers en printmedia Hfts 2
    15de eeuw boek druk - massacomunicatie
    18 e eeuw papier pruductie Boeken en kranten - verzuild
  3. audiovisuele media Hfts 3
    electroniece inovatie , over land grensen heen, radio en tv
  4. digitale media Hfts 4
    komst internet geen verzuiling, zitten we nog midden in.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de 2 soorten opinieleiders?

A

1 influentials: invloedrijke adviseurs in de interpersoonlijke communicatie (vrienden, familie, kenissen, collega’s)
2 publieke figuren; met gezag in de publieke opinie. (Vanaf nu noemen we deze groep opinieleiders)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de criteria om comunicatie mee te bestuderen

A

Intentionaliteitcritirum - doel zender / intentie
Effectiviteitscriterum - effect ontvange / gevolg
interacticiteit criterum - wederzijdse betrokkenheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly