introductie letselbeschrijving Flashcards

1
Q

wat is pijn en range of motion en is dit een objectief letsel?

A

pijn en range of motion zijn subjectief -> letselrapportage is objectief dus is er geen objectief letsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wanneer mag het letstelrapport gemaakt worden

A

met veronderstelde toestemming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

onzichtbaar letsel

A

forensisch opsporing kan soms FA ondersteunen om onzichtbaar letsel zichtbaar te maken. kan helpen bij het opstellen van een tijdlijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat schrijf je altijd bij genezing

A

bij ongecompliceerd beloop schrijf je altijd bij letselbeschrijving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat schrijf je bij schotwonden

A

potentieel levensbedreigend en kans op littekenvorming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

verschil snijwond en steekwond

A

snijwond is langer dan diep
steekwond is dieper dan lang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat moet je bij letsel opstellen

A

bij letsel ook DD opstellen, geen zekerheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

diep penetrerend letsel

A

gaat dieper dan je huid. -> kan ook onderliggend schade opleveren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

accidenteel

A

zijn plekken waar iedereen een bloeduitstorting kan krijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

toegebracht

A

zijn de plekken waar het minder snel per ongeluk gaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat kan het zijn bij scherpe wondranden

A

snij of steekwond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is een letselraportage

A
  • (subjectieve) weergave van de opgegeven toedracht
  • objectieve en systematische beschrijving van de waargenomen letsels (PROVOKE)
  • Typering ( classificatie in soorten letsels)
  • duiding ( ontstaanmechanisme en toetsing hiervan ) -> bij tentamen toegebracht of accidenteel
  • ernst ( genezingsduur) -> 1-2 weken, 6 weken of langer, blijvend litteken, potentieel dodelijk

voorts: datering (wanneer is het toegebracht

fotografische vastlegging!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

door wie wordt het letselrapportage gemaakt

A

De rapportage wordt opgemaakt door een
onafhankelijk (forensisch) arts:
* een arts die op geen enkele wijze betrokken is (geweest) bij de behandeling van het slachtoffer
* Als deze strikte scheiding in de praktijk niet haalbaar is, dient de betrokken arts uitleg te geven over diens eigen rol en hoedanigheid
* Toestemming vragen aan de betrokkene
* Deze toestemming dient vastgelegd te worden.

De KNMG heeft als standpunt dat een behandelend arts geengeneeskundige verklaringen over eigen patiënten mag afgeven. Dit standpunt wordt gesteund door de tuchtrechter.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

KNMG letselbeschrijving

A
  • Een geneeskundige verklaring bevat een op medische gegevens gebaseerd waardeoordeel. Het geven van een waardeoordeel, dat een ander doel dient dan behandeling/ begeleiding, moet objectief en deskundig gebeuren en derhalve door een onafhankelijke arts die deskundigheid heeft op het gebied waarop de vraagstelling zich afspeelt. Een diagnose wordt over het algemeen niet gezien als een waardeoordeel, een prognose over het algemeen wel. Een behandelend arts wordt niet geacht objectief te zijn ten opzichte van zijn patiënt. Daarnaast beschikt een behandelend arts meestal niet over de specifieke deskundigheid die nodig is voor het geven van een waardeoordeel. Ook is de arts veelal niet op de hoogte van de medische criteria waaraan de instantie die de verklaring nodig heeft, toetst.Een andere reden waarom een behandelend arts geen geneeskundige verklaring mag afgeven is om de vertrouwensrelatie tussen de patiënt en de arts niet te schaden. Deze relatie kan aangetast worden als het oordeel dat de arts geeft in zijn geneeskundige verklaring geeft niet gunstig is voor zijn patiënt.

NB; Dit standpunt wordt gesteund door de tuchtrechter.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

afspraak met KNMG met betrekking tot letselbeschrijving

A
  • afspraak KNMG / Justitie: 1988: “De politie kan behoefte hebben aan informatie omtrent het opgelopen letsel bij een persoon
    (bijvoorbeeld een slachtoffer). In situaties waarin het niet mogelijk is achteraf door een onafhankelijk (forensisch) arts de schade te laten constateren, kan de politie de behandelend arts vragen deze informatie te
    verstrekken.”
  • dus politie moet niet voor een letselbeschrijving iemand naar de “behandelaar” sturen
  • wél kan behandelaar achteraf, ná de behandeling, als letsel niet meer goed te constateren is, het formulier invullen, mét toestemming patiënt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

letselbeschrijving/ beroepsgeheim

A
  • Informatie van behandelaar: “Is de patiënt niet in staat
    om toestemming te geven (bijvoorbeeld omdat hij bewusteloos
    is) of is de patiënt ter zake wilsonbekwaam (bijvoorbeeld
    verward door het ongeval), dan kan de politie deze reden op
    het formulier aangeven. De arts kan vervolgens besluiten op
    grond van veronderstelde toestemming de informatie alsnog te
    verstrekken.” (vademecum KNMG)
    wettelijk vertegenwoordiger
  • conflict van plichten
17
Q

hoe beschrijf je objectief een letsel

A

met provoke

18
Q

waar staat provoke voor

A

Plaats
Rangschikking
Omvang (aantal, grootte)
Vorm
Omtrek
Kleur
Efflorescentie(s)

19
Q

beoordeling door FA bij letselbeschrijving

A
  • schatting van het moment waarop het letsel is ontstaan
  • schatting van de tijd die nodig zal zijn voor genezing
  • inschatting of letsel restloos zal genezen
  • inschatting of letsel blijvend beperkingen zal opleveren
  • beoordeling of het waargenomen letsel past bij de opgegeven
    toedracht
    ernst,/potentieel dodelijk / inwendig letsel verdenking
20
Q

soorten letsel

A

*(0: Postmortale veranderingen.)
*1: Roodheid
*2: Schaafverwonding/krasverwonding
*3: Kneuzingen/bloeduitstorting
*4: Scheurwond/barstwond
*5: Snijwond
*6: Steekwond
*7: Bijtwond
*8: Schotwond
*9: Brandwond

21
Q

overzicht letsels

A
  • Schaafwond
  • » oppervlakkige schaafwond (inclusief ‘kras’)
  • » diepe schaafwond (met enig bloedverlies)
  • Bloeduitstorting
  • » Oppervlakkig (vaak scherp begrensd, ‘patroon’)
  • » Diep
  • Diepe wond (Snijwond of scheurwond)
  • » Scherpe randen
  • » Rafelige randen
  • Brandwond (Hoge temperatuur, lage temperatuur, chemisch..)
  • Laceratie?
22
Q

rode huidverkleuring ( erytheem)

A

*Niet nader omschreven rode kleurverandering van de huid die berust op vaatverwijding. (Wegdrukbare roodheid)
*Reactie op acute prikkeling.
*Kan vanzelf verdwijnen.
*Kan eerste stadium zijn van progressieve laesies, zoals blaarvorming, zwelling en blauwe plekken.
*Het is een VITALE huidverandering.

23
Q

de schaafverwonding

A

*Synoniem voor schrammen, krassen, krabben, druk- of wrijvingsletsel
*Voorwerp langs huid of samenpersing
*Oppervlakkig met velletjes (richting), of
diep met puntbloedinkjes
*<6 u rauw, sijpelend, exsudaat
*>6 u begint te drogen en rood
*>24 –48 uur korstvorming

24
Q

bloeduitstorting

A

*Meest voorkomende verwonding.
*T.g.v een directe kracht die indien aangewend op de huid of slijmvliezen leidt
tot beschadiging van bloedvaten, alsmede het uittreden van bloed uit de
beschadigde vaten in het omgevend weefsel.
*Ontstaan in sommige weefsels sneller dan in andere weefsels
*Diep versus oppervlakkig (begrenzing).
* reageren op zwaartekracht.
* veranderen van kleur.
* met of zonder zwelling

25
Q

ouderdom van bloeduitstorting

A

*Gevaarlijk! Grote spreiding
*Vers (0- tot uren) : Donkerrood/rood.
*Ouder (uren/dag) : Paars
*Nog ouder (dagen) : Groenpaars
*Veel ouder (> week): Geel
*Microscopische beoordeling is beter.

(Indien geel/bruin waarneembaar dan is het letsel in het algemeen > 18-24 uur
oud, het omgekeerde geldt echter niet: afwezigheid van geel/bruin betekent
niét < 18-24 uur oud)

26
Q

scheurwond/ barstwond

A
  • T.g.v. een kracht die de huid of slijmvliezen verder oprekt dan de
    natuurlijke elasticiteit van dat weefsel toelaat, waardoor er scheuring
    optreed.
  • Niet alleen huid, ook darm, vagina, mond, oren, spieren, etc kunnen
    verscheurd raken.
  • Rafelige randen, vaak samen met kneuzing.
  • Vaak samen met schaafverwonding.
  • Bewegelijke huidranden (ondergrond los)
  • Mogelijk vreemd materiaal in de wond.
27
Q

snijwonden

A
  • Deze term dient te worden voorbehouden aan wonden die ontstaan zijn
    t.g.v. een scherp voorwerp.
  • Messen, stukken glas, “schroevendraaiers”,
  • De wonden zijn meer lang dan diep.
  • Gewoonlijk verlopen ze recht.
  • In weke weefsels soms ‘zigzag’
  • Wondranden zijn recht
  • Vaak gapend
  • Vorm van de snijwond zegt weinig over het oorzakelijk voorwerp.
28
Q

soorten steekwonden

A

tweezijdig stomprandige huidperforatie
Gefaseerde huidperforatie.
Rond-ovale huidperforatie
Eenzijdig scherprandig anderzijds stomprandigehuidperforatie.
Eenzijdig stomprandig met uitpuilen van vet, anderzijds scherprandige huidperforatie.

29
Q

verschil steek en snij wond

A
  • Snijwonden meestal scherp, langer dan diep, meestal recht, diep beginnend
    en opp eindigend
  • Steekwonden meestal dieper dan lang, breedte wond meestal<breedte
    wapen afh van beweging, vorm wond soms indicatie voor gebruikte wapen
30
Q

bijtwonden

A

*Zowel dierlijke als menselijke bijtwonden.
*Soms alleen een vlek (hematoom of roodheid)
*Soms tandafdrukken.
*Zeer specialistisch.
*Vaak in combinatie met schaaf- en scheur- wonden en bloeduitstorting
*Vorm!
*Infectiegevaar!

31
Q

brandwonden

A

*1e graads: epidermis beschadiging: pijn erytheem zwelling
*2e graads: epidermis en dermis geeft erytheem en blaarvorming
*3e graads: huid en onderlaag (hypodermis) verbranding volledige
huiddikte en dieper: gevoelloosheid, littekenvorming functieverlies.

32
Q

oorzaken brandwonden

A

*Vuur/vlammen/vuurwerk etc
*Stoom en hete vloeistof
*Straling
*Frictie
*Hete oppervlakken
*De zon
*Elektriciteit/ bliksem
*Chemicaliën
*Inhalatie: rook, stoom, hete lucht, etc
*Cave: kindermishandeling

33
Q

letsel beoordeling door de behandeld arts

A
  • Zorgvuldig subjectieve én objectieve afwijkingen
    beoordelen: plaats, grootte, vorm, aspect,
    klachten
  • Nauwkeurig vastleggen in dossier
34
Q

letselbeschrijving door huisarts

A
  • Primair: afwijzen -> retour politie met verzoek naar forensisch arts te sturen
  • Na eerdere behandeling: uitdraai dossier (=
    eigendom patiënt) met toestemming van patiënt
  • Dus geen genezingsduur/ prognose
  • Aanvraag medische informatie door forensisch arts aan behandelaar en forensisch arts stelt aan de hand daarvan letselbeschrijving op.