inleiding staatsrecht Flashcards
wat is staatsrecht?
- het recht dat ziet op het recht en functioneren van de staat.
- En bevat regels over bevoegdheden van de staatsprganen en instellingen.
- bevat normen die de macht van de staat regelen en aan banden leggen, bijvoorbeeld grondrechten.
- bestaat de organisatie en werkwijze van zowel de centrale organen van de staat als de decentrale (provincies en gemeenten)
waar kan je het staatsrecht vinden?
in de grondwet en in andere nationale wetgeving en in verdragen.
wat is een staat?
organisatie - territorium/grondgebied - gezag - geweldsmonopolie
zijn staten soeverein? (beslissingbevoegd?)
ja staten zijn beslissingsbevoegd
wat is interne en externe soeverein?
intern = nationaalrechtelijke, bron overheidsgezag
extern = internationaalrechtelijk, erkenning andere staten
staten zijn er in verschillende vormen, welke zijn dat en wat doen zij?
eenheidsstaat -> het gezag ligt bij 1 autoriteit. Federale staat -> bestaat uit aparte deelstaten dus die hebben allemaal eigen beleid (Duitsland - VS). Confederatieve staten -> samenwerking tussen verschillende soevereine Staten op grond van een verdrag
rechtstaat: de staat is gebonden aan het recht
wat zijn de kenmerken van een staat?
- spreiding van overheidsmacht, Trias Politica:
wetgevende macht (het parlement),
rechtsprekende macht (rechtelijke macht)
uitvoerende macht (de regering)
- legaliteitsbeginsel
de overheid kan slechts optreden op de grondslag van, democratisch totstandgekomen gelegitimeerde, algemene regels oftewel de bevoegdheid om te handelen moet in de wet staan. - eerbiediging van fundamentele rechten
- Onafhankelijke en onpartijdige rechter
wat is een democratische rechtsrtaat?
hier ligt de uiteindelijke zeggenschap bij het volk, zoals Nederland. (monistisch parlementair stelsel)
wat is een directe democratische en indirecte democratie?
directe = referendum en indirecte = volk kiest de vertegenwoordigers (dualistisch parlementaire stelsel
waar bestaat de statengeneraal uit?
de eerste en tweede kamer
hoe worden de eerste en tweede kamer gekozen?
tweede kamer= door het volk gekozen (ons) om de 4 jaar en 150 zetels . Eerste kamer = wordt indirect gekozen door de provinciale staten. (hierin zitten 75 leden en om de 4 jaar.
waar bestaat de regering uit?
de koning en de ministers (kabinet) daarnaast zijn de ministers verantwoordelijk voor de koning.
wat doet de minister president?
bevoegdheden (reglement van Orde van de ministerraad: stelt de agenda vast, zit de vergaderingen voor ziet toe op de uitvoering van besluiten, eerst verantwoordelijke bewindspersoon van het Koninklijk huis, neemt deel aan internationale bijeenkomsten, lidmaatschap Europese raad
wat doet de ministerraad?
beraadslaagt en besluit over het algemeen regeringsbeleid en bevordert de eenheid van dat beleid.
wat doen ministers?
geven leiding aan een ministerie
wat is de regering?
de regering is een onderdeel van de formele wetgeving
einde week 2 (staatsrecht)
start week 3 (staatsrecht)
wat is actief kiesrecht?
het recht om te kiezen
wat is passief kiesrecht?
het recht om gekozen te worden
wat is de wetgeving binnen het staatsrecht?
- maken van algemeen verbindende voorschriften (AVVS): bindende regels die een algemene werking hebben.
- alle geldende regels
- wet in materiële en formele zin, geldt voor iedereen
- wet in formele zin: art. 81 GW en art 82 Gw kan tevens ook een wet in materiële zin zijn, geldt niet altijd, is vastgesteld door de regering en de staten generaal.
hoe komt de wetgeving tot stand?
stap 1. voorbereiding wetsvoorstel op ministerie
stap 2. bespreking in de ministerraad -> akkoord
stap 3. Raad van State komt met Advies (uitvoerbaar?) strijdig met de grondwet?)
stap 4. voorstel wordt behandeld (speciale commissie) in de tweede kamer (debat), recht van amendement: kan nog wijzigen.
stap 5. er wordt gestemd in de Tweede kamer -> aangenomen
stap 6. hetzelfde in de eerste kamer (behandeling, debat, stemming), ze kunnen wijzigingen laten doen doormiddel van een Novelle -> akkoord.
stap 7. de koning en de minister ondertekenen het voorstel
stap 8. de wet treedt in werking na publicatie
hiërarchie van de wetgeving:
Lagere regel wijkt voor hogere regel in geval van conflict. of ter wijl hogere regel gaat voor lagere regel.
welke regel gaat voor?
A) statuut voor het koninkrijk der Nederlanden
B) de Grondwet
A) de statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, want die staat in hogere rang dan de Grondwet.
welke regel gaat voor?
A) ministeriële regeling
B) wet (in formele zin)
A) wet in formele zin, want die staat hoger in de rang dan de ministeriële regeling