Inleiding ow hc 2 Flashcards
Hoorcollege 2
Wat is onderwijssociologie?
De tak van de sociologie die de relatie tussen onderwijs en samenleving bestudeert. Het onderzoekt hoe sociale factoren zoals: klasse, etniciteit, gender en economische achtergrond invloed hebben op onderwijskansen, leerresultaten en de organisatie van het onderwijssysteem.
Wat zijn de 3 onderwijsfuncties en wie heeft die bedacht?
Kwalificatie, socialisatie en subjectivering - Biesta
Wat wordt er bedoeld met selectie en allocatie?
De manier waarop onderwijs studenten filtert en naar verschillende maatschappelijke en economische posities leidt. Examens, diploma’s en aanbevelingen bepalen bijvoorbeeld wie toegang krijgt tot bepaalde vervolgopleidingen en beroepen.
Wat wordt er bedoeld met de emancipatorische functie van het onderwijs?
Dit betekent het geven van autonomie en de mogelijkheid om eigen keuzes te maken, ongeacht achtergrond of sociaaleconomische status. Door onderwijs krijgen individuen kansen om zich sociaal en economisch te ontwikkelen, wat bijdraagt aan gelijkheid en het doorbreken van armoedecycli.
Wat houd de reproductie (functie) in?
Dit houdt in dat onderwijs bestaande maatschappelijke structuren en ongelijkheden in stand kan houden, zelfs wanneer dat niet de bedoeling is. Doordat kinderen van verschillende sociale achtergronden vaak ongelijkwaardige kansen krijgen in het onderwijs, kan onderwijs sociale ongelijkheid versterken.
Meritocratie (sleutelmacht van het onderwijs)
Dit betekent dat onderwijs wordt gezien als een systeem waarin iedereen gelijke kansen krijgt om te slagen op basis van eigen talent en inzet.
In een meritocratische samenleving heeft onderwijs een centrale positie als ‘sleutelmacht’ wat houd dit in?
de prestatie van een individu zou idealiter moeten bepalen welke positie hij of zij in de samenleving inneemt, los van afkomst of connecties. In de praktijk kan echter ook meritocratie leiden tot het legitimeren van ongelijkheid, omdat niet iedereen evenveel toegang heeft tot onderwijs en kansen.