Inleiding Flashcards
wat zijn 4 adaptatiemechanismen
hypertrofie, hyperplasie, atrofie, metaplasie
wat is het verschil tussen hypertrofie en hyperplasie
hypertrofie = grotere cellen, hyperplasie = meerdere cellen
wat is metaplasie
= ander soort cellen
in welke organen heb je zuivere hypertrofie?
in organen waar cellen niet kunnen delen (spiercellen bijv)
Wat is het verschil tussen eenvoudige atrofie en numerieke atrofie?
eenvoudige: kleiner worden cellen, numerieke: afname aantal cellen
hoe ontstaat pathologische atrofie?
verminderde belasting, verlies innervatie, verminderde bloedtoevoer, te weinig voeding, verlies hormonale stimuli, druk/compressie
noem de voordelen en nadelen van metaplasie
voordeel: epitheel beter bestand tegen prikkel. nadeel: functieverlies en verhoogde kans maligniteit
wat zijn de 2 meest voorkomende vormen van celdood na irreversibele schade
necrose en apoptose
wat is necrose?
Morfologische veranderingen optredend na de celdood in levend weefsel, als gevolg van denaturatie van intracellulaire eiwitten en enzymatische afbraak van de cel
Bij welk ziektebeeld is verkazende necrose typerend?
tuberculose
Bij welk ziektebeeld is vetnecrose typerend?
pancreatitis
wat is pycnosis?
kern verschrompeld
wat is karyorrhexis?
kern valt uit elkaar
wat is karyolysis
kern vervaagt
verloopt necroptose via activatie caspases?
nee