Circulatoire stoornissen Flashcards
Hyperemie: wat is het en wat zijn oorzaken?
Actief proces, toegenomen doorbloeding;arteriolaire dilatatie. Oorzaken: neurohormaal (blozen), ontsteking, toegenomen arbied
Stuwing: wat is het en wat zijn de oorzaken
Passief proces, verminderde bloeduistroom weefsel zorgt voor veneuze stuwing, kan systemisch of lokaal zijn.
Wat voor symptoom zie je bij stuwing in het weefsel:
cyanose en oedeem
hoe heet stuwing ook wel?
congestie
Waar treedt vooral schade op bij stuwing van leverweefsel?
Rondom centrale vene (perifeer is minder erg)
Wat zijn secundaire gevolgen van stuwing?
Oedeem
Chronische hypoxie –> necorse
Bloeding door
Wat voor verkleuring verwacht je bij hyperemie?
Rode verkleuring
Wat voor verkleuring verwacht je bij stuwing?
Blauwe verkleuring
hydrothorax
vocht in pleuraholte
hydropericardium:
vocht in pericardholte
hydroperitoneum
vocht in peritoneum holte (=ascites)
Vocht in alle holtes en weefsels lichaam heet (ernstig oedeem)?
anasarca
druk bij arteriele uiteinde
hydrostatische druk
druk bij veneuze uiteinde
plasma colloid osmotic pressure
uittredend vocht heeft lagere eiwitgehalte dan bloed
transudaat
uittredend vocht heeft gelijke/hogere eiwitgehalte dan bloed
exsudaat
Oedeem kan 2 general oorzaken hebben
toegenomen hydrostatische druk, afgenomen colloid osmotische druk
Voorbeelden van oedeem door toegenomen hydrostatische druk door gestoorde veneuze afvloed zijn
Congestieve hartzwakte, constrictieve pericarditis, levercirrhose, veneuze compressie/obstructie
Hoeveel procent van het vocht in je lichaam zit in de circulatie?
5%
Hoeveel procent lichaamsgewicht is water? Hoeveel procent hiervan is intracellulair?
60%, 66% intracellulair
wat zijn de 4 oorzaken van hydrodynamische verstoring (en daardoor oedeem)
- toegenomen hydrostatische druk
- afgenomen colloid osmotische druk
- afgenomen lymfe afvoer
- na en water retentie
Toegenomen hydrostatische druk ontstaat door:
M. n. gestoorde veneuze afvloed, en arteriolaire dilatatie
De hydrostatische druk bij de longcapillairen aan de arteriele kant is hoger of lager dan de colloid osmotische druk
lager
activatie van RAAS systeem zorgt voor:
retentie van na+ en h20, hierdoor verhoogd bloedvolume
Welke factoren zijn van invloed op bloedstolling?
endotheel, bloedplaatjes, stollingscascade
ADP en TxA2 uitgescheiden door trombocyten zorgen voor:
recruiting more trombocytes
welk eiwit komt bloot te liggen bij beschadeging endotheel?
vWF (von willebrand factor)
Welke factor activeert de stollingscascade?
tissue factor (weefsel factor)
eindresultaat stollingscascade:
thrombine geactiveerd
wat doet thrombine
fibrinogeen wordt omgezet in fibrine draden
welke stof zorgt voor fibrinolyse
t-Pa
wat doet thrombomoduline
blokkeert coagulatie cascade
Welke stollingsfactoren horen bij bepaalde vormen van hemofillie?
VII en VIII
Wat is het eindresultaat van de coagulatiecascade:
prothrombine wordt omgezet in thrombine door factor X