Inleiding Flashcards

1
Q

Wat is legitimiteit?

A

de algemene bereidheid om door de overheid gestelde normen en beslissingen te aanvaarden ongeacht de inhoud ervan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is verticaliteit?

A

Uitvaardiging van regels door wetgever.

De politieke invloed centreert zich rondom het proces van wetgeving (belangrijkste onderdeel van de Trias)

Primaat van wetgeving, de beslissingen van rechters (legisme) en bestuurders worden bepaald door regels door de wetgever uitgevaardigd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is horizontaliteit?

A

Mensen en bestuurders in onderhandeling met elkaar, bestuur dichter bij de mensen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Standpunt Frissen?

A

Voor horizontaliteit.

Uitvoerders van wetgeving en beleid laten zich bij hun beslissingen niet langer leiden door strakke, ondubbelzinnige wetten, maar staan open voor signalen uit de samenleving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Kritiek van Ankersmit?

A
  • horizontaliteit dreigt uit te monden in een tirannie van overheidsmanagers.
  • ondergraaft een machtscentrum
  • ontstaan van nemocratie = een bestuur door niemand
  • niet de invloed van de gehele bevolking, maar vooral van burgers / belangengroepen die het best georganiseerd zijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Standpunt Ankersmit?

A
  • voor herstel verticaliteit
  • in stand houden machtscentrum waar alle info samenkomt
  • controle door parlement en politieke partijen om machtscentrum te controleren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly