Inleiding Flashcards
1
Q
vragen voor betrouwbaarheidsonderzoek
A
wie, wanneer, waar, functie, doelpubliek
(functie=omschrijven of overtuigen?)
2
Q
bruikbaarheid van een bron hangt af van …
A
onderzoeksvraag
3
Q
hoe word een historische vraag gevormd?
A
locatie, tijd, domein
4
Q
bron
A
voorwerp, geschriften
5
Q
werk
A
resultaat van onderzoek met bronnen en werken
6
Q
primair
A
dateert uit de tijd zelf
7
Q
secundair
A
dateert niet van de tijd die het beschrijft
8
Q
(eerder) subjectief
A
meningen
9
Q
(eerder) objectief
A
feiten
10
Q
locaal
A
stad
11
Q
nationaal
A
land
12
Q
internationaal
A
ander(e) land(en)
13
Q
mondiaal
A
wereldwijd
14
Q
1e industriële revolutie
A
1750
15
Q
Amerikaanse revolutie
A
1776