Inleiding Flashcards
Keuzeprobleem (economisch principe)
Met gegeven middelen een maximale behoeftebevreding bereiken
Behoefte
Het aanvoelen van een tekort en het streven om dit tekort te bevredigen
Driehoek van Maslov
1) Groei
2) Waardering
3) Sociaal contact
4) Zekerheid
5) Overleven
Economische of schaarse goederen (waardeverschijnsel)
Met beperkte middelen een behoefte bevredigen
*Indien ze door de winkel gratis ter beschikking gesteld zouden worden, zouden de voorraden te snel uitgeput zijn.
Soorten behoeften
1) Primaire of levensnoodzakelijke behoefte
2) Immateriële behoefte
3) Collectieve of gemeenschappelijke behoefte
Economie
Studie van het menselijk streven naar maximale bevrediging van behoeften met behulp van schaarse middelen.
Welvaart
De mate waarin mensen met de beschikbare schaarse middelen in hun behoeften kunnen voorzien.
Welzijn
Je gevoel van ‘welbevinden’ en bevrediging van verlangens zoals vriendschap, liefde en geluk.
Soorten goederen
1) Vrije goederen (= niet-schaarse goederen)
-> Lucht
2) Economische goederen (= schaarse goederen)
Soorten economische goederen (1)
1) Zuiver individuele goederen (rivaliserend)
-> Fiets, pintje, … niemand kan dat nogeens kopen
2) Zuiver collectieve goederen (n-revaliserend)
-> Diensten van brandweer, politie, …
3) Quasi-/semi-collectieve goederen
-> Onderwijs, wegennet, …
Soorten economische goederen (2)
1) Consumptiegoederen
-> Verbruiksgoederen: brood
-> Gebruiksgoederen: smartphone
2) Investeringsgoederen
-> Kapitaal-/productiegoederen: gebouwen
-> Vlottende investeringsgoederen: grondstof
Consumptiegoederen
Bevredigen onmidddellijk de behoeften van gezinshuishoudingen
Investeringsgoederen
Goederen die dienen om andere goederen te produceren.
Consumptie
De aanwending van economische goederen voor niet-productieve doeleinden.
Productie
Het scheppen of toevoegen van waarde aan de economische goederen.