Inleidende begrippen Flashcards

1
Q

Onderdelen van cardiovasculair systeem

A
  • Vasculatuur
  • Hart
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Opbouw hart

A

Atria = ontvangen bloed
Ventrikels = sturen bloed uit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Systeemcirculatie

A

Zuurstof rijk bloed wordt vanuit linkerventrikel uitgestuurd naar de organen, waar de zuurstof verwijderd wordt. Vervolgens wordt het zuurstof arm bloed terug naar het rechteratrium gestuurd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Pulmonale circulatie

A

Rechterventrikel pompt zuurstof arm bloed naar de longen. Hier wordt er zuurstof toegevoegd, vervolgens wordt het bloed teruggebracht naar het linkeratrium.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welk orgaan ontvangt het meeste bloed?

A

De longen ontvangen het totale bloedvolume.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar hangt de doorbloeding van een orgaan van af?

A
  • Arteriële bloeddruk
  • Lokale weerstand
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Arteriële bloeddruk in systeemcirculatie?

A

100 mmHg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Arteriële bloeddruk in pulmonale circulatie?

A

15 mmHg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Arteriële bloeddruk op einde van systeem- en pulmonale circulatie?

A

Ongeveer 0 mmHg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Formule slagarbeid

A

Hartdebiet x gemiddelde arteriële bloeddruk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Verschil slagarbeid tussen linker en rechter hart?

A

Slagarbeid van linkerhart is ongeveer 6x groter dan rechterhart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly