Inleidend hoofdstuk Flashcards

1
Q

Geef voorbeelden van vernieuwingen van de Franse Revolutie die overal werden opgelegd?

A
  • rechts rijden
  • maten en gewichten, tiendeligstelsel
  • afschaffing v.d. standen
  • verplichte familienaam
  • ontstaan v.d. burgerlijke stand
  • Code Napoléon (nieuw burgerlijk wetboek)
  • scheiding tussen Kerk en staat
  • algemene mobilisatie
  • nieuwe bestuurlijke indeling
  • verplichte zondagsrust
  • Wet Le Chapelier: verbod op arbeidersverenigingen, …
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat waren de oorzaken v. de Franse Revolutie?

A
  • sociale ongelijkheid
  • ideeën van de Verlichting
  • financiële crisis
  • absolutisme
  • economische crisis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wie waren de belangrijkste woordvoerders van het deïsme?

A
  • Voltaire
  • John Locke
  • Montesquieu
  • Diderot en d’Alembert (l’Encyclopdie)
  • Jean-Jacques Rousseau
  • Adam Smith
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe verliep de Franse Revolutie?

A
  • Staten-Generaal schaft de standenmaatschappij af = einde v.h. Ancien Régime
  • Frankrijk wordt een Constitutionele Monarchie olv. Lodewijk XVI
  • Frankrijk wordt een Republiek, koning wordt terechtgesteld met de guillotine
  • De ene staatsgreep volgt de andere op: de bevolking wil een sterke figuur aan de macht die zorgt voor rust en orde
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe werd Napoleon ‘aangesteld’ tot erfelijk keizer?

A

door succesvolle binnenlandse politiek
(gezondmaking van de overheidsfinanciën, economische bloei, akkoord met de paus)
en buitenlandse politiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de Verlichting?

A

Het is de algemene visie op mens en maatschappij die in de 18de eeuw door kritische geleerden (les philosophes) werd verspreid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het symbool van de vrijmetselarij?

A

passer met winkelhaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de vrijmetselarij?

A

= loge
een succesvolle deïstische beweging, een vereniging waar men in vrijheid over alles kan spreken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de drie pijlers van de Verlichting?

A
  • rationalisme
  • vrijheid en gelijkheid
  • kritiek op bestaande toestanden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de grondwet van het jaar VIII?

A
  • uitvoerende macht aan 3 consuls
  • wetgevende macht aan 3 wetgevende vergaderingen, gekozen volgens algemeen stemrecht
  • in feite had Napoleon alle macht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wanneer was het Keizerrijk?

A

1804-1815

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat was de aanleiding van de Franse Revolutie?

A
  • bijeenkomst van Staten-Generaal (vertegenwoordiging v. alle standen) in Versaille, de koning spreekt met geen woord over hervormingen -> ontgoocheling
  • bestorming v.d. Bastille (14 juli 1789)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wanneer is de Napoleontische tijd?

A

1799 - 1815

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat gebeurde er in het Keizerrijk?

A
  • Napoleon verovert bijna heel Europa (uitz. Groot-Brittanië)
  • overal worden vernieuwingen v.d. Franse Revolutie (Europese Revolutie) opgelegd
  • Napoleon begint veldtocht tegen Rusland, die mislukt door tactiek v.d. verschroeide aarde en door winter
  • wordt verbannen naar eiland Elba
  • Frankrijk wordt bestuurd door koning Lodewijk XVIII
  • Napoleon vlucht v. Elba: Honderd Dagen v. Napoleon
  • Slag bij Waterloo (1815)
  • wordt verbannen naar Sint-Helena
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat bedoelt men met ‘wrede en vreemde rechtspraak’?

A
  • de staf komt in gradaties (wordt steeds erger)
  • publieke vernedering
  • rechtspraak en religie liggen dicht bij elkaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Bespreek deze tekst:
“Op 2 maart 1757 wordt Damiens veroordeeld tot openbare schuldbelijdenis voor het hoofdportaal van de Notre Dame van Parijs; daarheen zal hij worden gevoerd, gereden op een kar, slechts gekleed in een hemd, met een brandende twee pond zware toorts in zijn hand”. Daarna, „op genoemde kar, en op een schavot dat op de Place de Grève is opgericht, zal met tangen het vlees van zijn borst, zijn armen, dijen en kuiten worden gerukt; zijn rechterhand, met daarin het mes waarmee hij de vadermoord heeft begaan, zal met brandende zwavel worden verschroeid; de plekken die met de tangen zijn bewerkt, zullen met gesmolten lood, kokende olie en een mengsel van gesmolten zwavel en as worden overgoten; zijn lichaam zal vervolgens door vier paarden uiteen getrokken en in stukken gereten worden, zijn romp en leden door vuur verteerd en zijn as in de wind verstrooid”.

A

Executie v. Damiens:
- veroordeeld voor poging tot moord op koning
- gruwelijke en extreme publieke straf -> waarschuwing voor anderen
- bij Notre-Dame (religieus)
- enkel een hemd (ontmenselijking en vernedering) en brandende toorts (symbolische boetedoening)
- langzaam en methodisch leed (bv. tangen, verbranden) -> maximale mentale en fysieke pijn
- symbolische betenenis (zwavel) -> zuiveren van ziel
- staatspropaganda -> gehoorzaamheid door angst
- lichaamsverbranding en asverstrooiing -> uitwissing van misdaad

17
Q

Wat is het deïsme?

A

God is de schepper v.h. heelal, maar hij trekt er zich niets meer van aan, en dus moet de mens zich ook niets meer aantrekken van Hem.

18
Q

Wanneer is het Consulaat?

A

1799 - 1804

19
Q

Wat is het verlicht despotisme?

A

zij realiseerden gedeeltelijk de ideeën van de Verlichting
- keizer Jozef II v. Oostenrijk

20
Q

Op welke bestaande toestanden gaf de Verlichting kritiek?

A
  • standen
  • absolutisme
  • mercantilisme
  • staatsgodsdienst
  • slavernij
  • wrede en vreemde rechtspraak
21
Q

Wat is het rationalisme?

A
  • alleen wat men met het verstand kan bewijzen, is waar
  • René Descartes