Hoofdstuk 1: Restauratie, liberalisme en nationalisme (1815-1848) Flashcards

1
Q

Welke verdragen sloot het Congres van Wenen?

A
  • vrije doorvaart op alle Europese rivieren
  • het verbod op slavenhandel
  • neutraliteit v. Zwitserland
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke nieuwe grenzen krijgt Groot-Brittanië in het Congres van Wenen?

A
  • doel: machtsevenwicht in Europa + verwerven v. kolonies en strategische plaatsen
  • krijgt Helgoland, Malta, Ionische eilanden, Kaapkolonie, Sri Lanka, deel v. Ned. Indië, Guyana
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke nieuwe grenzen en verdragen krijgt Oostenrijk in het Congres van Wenen?

A
  • doel: doorgang verwerven naar Middellandse Zee + verwerven van aangrenzende gebieden
  • ze doen afstand v.d. Zuidelijke Nederlanden (te ver, opstandig, ander gebied opeisen)
  • krijgt Salzburg, Lombardije, Venetië, Dalmatië
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke nieuwe grenzen krijgen de Nederlanden in het Congres van Wenen?

A

Zuidelijke Nederlanden en Noordelijke Nederlanden worden samengevoegd met het prinsbisdom Luik tot het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden olv. koning Willem I

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke nieuwe grenzen krijgt Rusland in het Congres van Wenen?

A
  • doel: het verwerven van ijsvrije havens + de grenzen opschuiven naar het westen
  • krijgt Finland, Oost-Polen, Bessarabië
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is economisch liberalisme?

A

zoveel mogelijk vrijheid op economisch vlak
<-> mercantilisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke nieuwe grenzen krijgt Scandinavië in het Congres van Wenen?

A

Zweden verliest Finland maar krijgt Noorwegen van Denemarken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zie je op het schilderij ‘De vrijheid leidt het volk’ van Eugène Delacroix?

A
  • vrouw = personificatie van vrijheid, met Franse vlag (van revolutie), geweer (gewelddadige vrijheid) en Phrygische muts
  • personificatie van toekomst
  • personificatie van armere klasse
  • personificatie van hogere klasse
  • personificatie van absolutisme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat was de revolutiegolf van 1848?

A
  • Parijs: Februarirevolutie (niet echt liberaal, aardappelziekte): Louis-Philippe wordt afgezet en vervangen door de tweede Franse republiek olv. president Louis Napoleon Bonaparte, latere keizer Napoleon III
  • revolutie waait over naar de rest van Europa: over worden liberale grondwetten ingevoerd, behalve België
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het staatsnationalisme?

A

iedereen die binnen dezelfde staatsgrenzen woont, behoort tot hetzelfde volk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is politiek liberalisme?

A

het streven naar een parlementaire grondwettelijke staat
<-> absolutisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke nieuwe grenzen en verdragen krijgt Pruisen in het Congres van Wenen?

A
  • doel: het eenmaken van de versnipperde gebieden
  • krijgt deel v. Saksen, West-Polen, Rijnland, Westfalen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat was het Congres van Wenen?

A

De bijeenkomst van alle Europese landen voor de herverdeling van de macht in de wereld na Napoleon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de revolutiegolf van 1830?

A
  • Parijs: Julirevolutie: Karel X wordt afgezet en vervangen door koning Louis-Philippe, die regeert met een grondwet
  • revolutie waait over naar rest van Europa: overal worden opstanden onderdrukt door Grote Alliantie, behalve België (Frankrijk en Groot-Brittanië waren voor)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een parlementaire grondwettelijke staat?

A
  • grondwet die de macht van het staatshoofd beperkt
  • scheiding der machten (wetgevende, uitvoerende en rechterlijke)
  • zoveel mogelijke fundamentele vrijheden in de grondwet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wie waren de hoofdrolspelers in het Congres van Wenen?

A
  • Groot-Brittanië
  • Oostenrijk
  • Rusland
  • Pruisen
17
Q

Wat is het neoliberalisme?

A

vanaf 1980:
de overheid moet zorgen voor een volledig vrije economie en vrije concurrentie (privatisering)

18
Q

Welke nieuwe grenzen krijgt Frankrijk in het Congres van Wenen?

A
  • doel: verwerven van natuurlijke grenzen
  • verliest Savoie en Saargebied en wordt omringd door bufferstaten
19
Q

Welke twee soorten liberalisme zijn er?

A
  • politiek liberalisme
  • economisch liberalisme
20
Q

Wat was de Grote Alliantie?

A

Pruisen, Oostenrijk, Rusland, Groot-Brittanië, Frankrijk:
- is gericht tegen de ideeën v. de Franse revolutie en de Verlichting

21
Q

Wat is het verschil tussen links en rechts?

A

links = progressief
rechts = conservatief

22
Q

Wat is het liberalisme?

A

een beweging die streeft naar een zo groot mogelijke persoonlijke vrijheid van het individu, zowel op politiek als op economisch vlak

23
Q

Wat willen Groot-Brittanië, Oostenrijk, Rusland en Pruisen in het Congres van Wenen?

A
  • meer macht voor zichzelf
  • machtsevenwicht in Europa
  • restauratie: oude maatschappij van voor de Franse Revolutie herstellen = terug naar het Ancien Régime (vb. legitimiteitsprincipe: oude vorstenhuizen worden opnieuw op de troon gezet)
24
Q

Door wat wordt het Heilig Roomse Rijk vervangen?

A

door de Duitse Bond olv. Oostenrijk

25
Q

Wat was de Heilige Alliantie?

A

Pruisen, Oostenrijk en Rusland:
- doel: het bewaren van de vrede in Europa op basis van christelijke principes

26
Q

Welke nieuwe grenzen krijgt Italië in het Congres van Wenen?

A

wordt versnipperd

27
Q

Wat is het volksnationalisme?

A

een beweging die zegt dat een groep mensen met gemeenschappelijke kenmerken samen een volk vormt en dat dit volk een zelfstandige politieke eenheid moet worden (= natie) -> vrijheid van het volk

28
Q

Wanneer was de lange 19de eeuw?

A

1815-1918

29
Q

Wanneer was er restauratie, liberalisme en nationalisme?

A

1815-1848

30
Q

Wat was de toestand bij Griekenland?

A
  • Griekenland wordt bezet door het Osmaanse Rijk, ‘de zieke man van de Bosporus’
  • de Balkan is een mengeling v. volkeren
31
Q

Waarom hebben Grote Europese staten belangen bij de Griekse opstand?

A

Balkankwestie:
- Oostenrijk streeft naar aangrenzende gebieden
- Rusland streeft naar het westen
- Groot-Brittanië wil baas spelen in de Middellandse Zee
- Frankrijk bezat economische voorrechten in het Osmaanse Rijk

32
Q

Hoe verliep de Griekse opstand?

A
  • Grieken komen in opstand o.i.v. volksnationalisme
  • Publieke opinie in Europa: positief -> overal ontstaan comités v. Filhellenen
  • Grote Alliantie: steunt de revolutie
33
Q

Hoe eindigt de Griekse opstand?

A

Vrede van Adrianopel (1829)
Inhoud:
- deel v. Griekenland wordt onafhankelijk
- autonomie voor Servië
- Walachije en Moldavië worden Russisch protectoraat
- vrije doorvaart voor Russische handelsschepen door de Bosporus

34
Q

Wat was de toestand in Latijns-Amerika?

A
  • het zijn kolonies v. Spanje en Portugal
  • een strikt onderscheid tussen de verschillende klassen:
    1) Spanjaarden + Portugezen
    2) creolen
    3) Indianen
35
Q

Hoe verliep het nationalisme in Latijnse-Amerika?

A
  • alle Spaanse en Portugese kolonies komen in opstand oiv. nationalisme + liberalisme
  • zij krijgen de steun van Groot-Brittannië
  • alle gebieden worden onafhankelijk
  • Simon Bolivar is de vrijheidsstrijder en droomt ervan om van heel Latijns-Amerika één land te maken
  • gevolgen
36
Q

Wat zijn de gevolgen van het verloop van het nationalisme in Latijns-Amerika?

A
  • onder druk v. Groot-Brittannië wordt de slavernij afgeschaft in alle Spaanse gebieden (zo kunnen de Engelsen beter concurreren met hun eigen koloniale producten)
  • Groot-Brittannië verovert strategische plaatsen, bv. Falklandeilanden