Inhalatie Flashcards

1
Q

Waarvoor dient inhalatie?

A

Verlicht vooral de symptomen van benauwdheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke drie soorten werking van medicijnen hebben we?

A
  1. Luchtwegverwijders
  2. Ontstekingsremmers
  3. Slijmoplossers
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke drie soorten inhalatoren hebben we?

A
  1. Dosisaerosol
  2. Poederinhalator
  3. Vernevelaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een een dosisaerosol en hoe werkt het?

A

Voorzetkamer gebruikt om te zorgen dat het medicijn op de juist plek in de longen komt. Je drukt het spuitbusje tegelijk met de ademhaling in.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een poederinhalator en hoe werkt het?

A

Ademt poeder in. Inhaleer maximaal met een gelijkmatige en lange teug en houd adem 10 tellen vast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een vernevelaar

A

Medicijn omzet in nevel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de indicaties voor inhaleren?

A
  • Ontsteking van luchtwegen
  • Kortademigheid na blootstelling aan prikkels
  • Benauwdheid
  • Hoesten en slijm
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke soort medicijnen worden gebruikt voor inhalatie?

A
  • Luchtwegverwijders, sulbutamol en ipratropium
  • Ontstekingsremmers, budesenide en fluticason
  • Slijmoplosser, acetylcysteïne
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarom heeft de voorkeur om corticosteroïden via de luchtwegen toe te dienen in plaats van tabletten

A

Beschermen de luchtwegen tegen prikkelpaarheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Een zorgvrager krijgt twee soorten medicijnen dmv inhalatie. In welke volgorde dien je ze toe en waarom?

A

Eerst de luchtwegverwijdende medicijnen en daarna het ontstekingsremmende medicijn. Het luchtwegverwijdende medicijn zorgt dat de luchtwegen groter worden. Hierdoor komt het ontstekingsremmende medicijn dieper en op de juiste plek van de longen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat voor soort luchtwegverwijders heb je?

A
  1. Kortwerkend 4-6 uur

2. Langwerkend 12-48

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke medicijnen worden gegeven bij astma en welke bij copd?

A

COPD - luchtwegverwijders

Astma - luchtwegverwijders en ontstekingsremmers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wanneer gebruik je wat?

A

je kijkt naar wat de cliënt kan, goeie inademingskracht, kan hij instructies volgen en toepassen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly