In de steek laten geheugen Flashcards

1
Q

Waarom laat ons geheugen ons soms in de steek?

A

de ‘zeven zonden’ (Schacter)

  1. Vluchtigheid
  2. Verstrooidheid
  3. Blokkade
  4. Foutieve attributie
  5. Suggestibiliteit
  6. Bias
  7. Persistentie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

de ‘zeven zonden’

A

(Schacter)

  1. Vluchtigheid
  2. Verstrooidheid
  3. Blokkade
  4. Foutieve attributie
  5. Suggestibiliteit
  6. Bias
  7. Persistentie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

vluchtigheid in de context van herinneringen

A

de tijdelijkheid van een langetermijnherinneringen. De herinneringen worden in de loop van de tijd minder sterk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

De vergeetcurve

A

een grafiek die weergeeft hoeveel items van een bepaalde hoeveelheid informatie, in de loop van de tijd kunnen worden teruggehaald en hoeveel wordt vergeten.

Ebbinghaus ontdekte dat we nieuwe informatie in het begin snel vergeten, en daarna gaat de nieuwe kennis steeds langzamer verloren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Voorbeeld vluchtigheid

A

Vergeten van een gebeurtenis uit het verleden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Verstrooidheid

A

de herinnering is verdwenen uit je gedachte, bijv. je legt de autosleutels op een verkeerde plek, of je vergeet een verjaardag.

Dit betekent niet dat je de herinnering niet meer hebt in je hersenen, je aandacht verslapte en je dwaalde af.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Voorbeeld verstrooidheid

A

Vergeten waar de autosleutels liggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Blokkade

A

toegangsproblemen tot informatie. Je hebt geen toegang tot informatie die we in onze herinnering bewaren.

Stress veroorzaakt blokkades

TOT-fenomeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Voorbeeld blokkade

A

TOT-fenomeen (puntje van je tong)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

TOT-fenomeen

A

het ligt op het puntje van de tong ‘tip of the tongue

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Foutieve attributie

A

geheugenfout die optreedt als je een herinnering wel kunt terughalen, maar die aan de verkeerde tijd, plaats of persoon koppelt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Voorbeeld foutieve attributie

A

Een droom verwarren met een herinnering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Suggestibiliteit

A

verstoring van het geheugen die optreedt na opzettelijke of onopzettelijke suggesties. `

Bijv. als getuigen tijdens een rechtszaak worden ondervraagd door iemand die opzettelijk of onbewust suggesties doet over de feiten, wat de herinnering van een getuige kan beïnvloeden en eventueel veranderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Voorbeeld Suggestibiliteit

A

Suggestieve vragen leveren verkeerde herinneringen op

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

misinformatie-effect

A

De vertekening van het geheugen die door suggestieve informatie wordt veroorzaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Bias

A

huidige kennis en overtuigingen vormen onze herinneringen aan het verleden. Vertekeningen zie je dan makkelijker bij iemand anders dan bij jezelf.

Bijv. expectancy bias en bias van zelfconsistentie.

17
Q

Voorbeeld Bias

A

Attitudes uit het verleden terughalen en in overeenstemming brengen met huidige attitudes

18
Q

Persistentie

A

treedt op als we iets niet kunnen vergeten, vaak bij een ongewenste herinnering. Dit kan lijden tot depressie als het doorgaat.

19
Q

Voorbeeld persistentie

A

Traumatische oorlogsherinneringen