Imparfait Flashcards
1
Q
Hoe maak ik de imparfait?
A
- Neem het gegeven ww
- Neem van dit ww de nous vorm
- Haal hier -ons van af
- Plak daar de uitgang van de imparfait aan vast
2
Q
Je
A
+ais
3
Q
Tu
A
+ais
4
Q
Il/elle/on
A
+ait
5
Q
Nous
A
+ions
6
Q
Vous
A
+iez
7
Q
Ils/elles
A
+aient
8
Q
Donner=
A
Geven
9
Q
Choisir=
A
Kiezen
10
Q
Wat is de imparfait
A
Deze tijd gebruik je om aan te geven als
- er spraken is van een langere actie
- er spraken van een gewoonte is
11
Q
Uitzondering imparfait (etrê) Je
A
J’étais
12
Q
Uitzondering imparfait (etrê) Tu
A
Étais
13
Q
Uitzondering imparfait (etrê) Il/elle/on
A
Était
14
Q
Uitzondering imparfait (etrê) Nous
A
Étions
15
Q
Vous
A
Étiez