Bezittelijke Vnw Flashcards
1
Q
Mijn
A
Mannelijk: mon
Vrouwelijk: ma
Meervoud: mes
2
Q
Jouw
A
Mannelijk: ton
Vrouwelijk: son
Meervoud: tes
3
Q
Zijn/haar
A
Mannelijk: Son
Vrouwelijk: sa
Meervoud: ses
4
Q
Onze
A
Mannelijk: notre
Vrouwelijk: notre
Meervoud: nos
5
Q
Uw/jullie
A
Mannelijk: votre
Vrouwelijk: votre
Meervoud; vos
6
Q
Hun
A
Mannelijk: Leur
Vrouwelijk: Leur
Meervoud: leurs