Immuunsuppressiva - Geneesmiddelen Flashcards
Ciclosporine
- WM: Inhibeert klonale expansie van T-cellen door inhibitie IL-2-productie.
- AE: nefrotoxiciteit, weinig beenmergtoxiciteit.
- Indicaties: orgaan- en beenmergtransplantaties.
Tacrolimus
Macrolide-AB
- WM: ~ ciclosporine, maar potenter (dus toxischer)
- AE: nefro- en neurotoxiciteit, weinig beenmergtoxiciteit
- Indicaties: ~ ciclosporine, maar curatief
Sirolimus
(Rapamycine)
Macrolide-AB
- WM: inhibeert klonale expansie van T-cellen door inhibitie van celcyclus
Glucocorticoïden (GCS)
Ook AI
- (IS) WM:
(1) inductiefase: inhibeert TXN IL-2 > tegen proliferatie T-cellen + tegen T-celafhankelijke B-celresponsen.
(2) effectorfase: inhibeert andere cytokines > TXN (via TF) en activiteit.
- AE: Addison crisis bij plots stoppen, syndroom v Cushing nabootsen, opportunistische infecties, HT en DM, weinig beenmergtoxiciteit.
- Indicaties: AID en orgaantransplantaties (curatief)
Azathioprine
- WM: inhibeert purinesynthese; cytotoxisch voor delende cellen (selectief voor B en T? Geen recyclage purines, de novo noodz.)
- AE: nausea, braken, diarree, alopecie, beenmergtoxiciteit (!) ~ cytotoxische nvw.
- Indicaties: controle orgaanrejectie.
Cyclofosfamide
Meest krachtige IS
- WM: alkyleert (grote groep) DNA > geen template meer voor replicatie > geen proliferatie B en T.
- AE: cytotoxische nvw.
- Indicaties: AID
Mofetylmycofenolaat
Precursor; actieve stof mycofenolzuur.
- WM: inhibeert purinesynthese (tijdens S-fase) > geen proliferatie B en T.
Andere cytotoxische stoffen
(Zie ook C. Ulens)
Methotrexaat.