Immunologie Flashcards

1
Q

Welke cytokines scheidt een macrofaag uit?

A
IL1ß
IL6
TNFalfa
CXCL8
IL12
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

IL1ß

A
Lokale effecten:
- activeert vasculair endotheel
- activeert lymfocyten
- lokale weefsel destructie
- rekruteert effectorcellen
Systemische effecten
- koorts
- productie IL6
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

TNF alfa

A
Lokale effecten
- activeert vasculair endotheel
- verhoogt vasculaire permeabiliteit
- verhoogt de toegang voor IgG
- stimuleert complementactivatie
- verhoogde lymofcytdrainage
Systemische ffecten
- koorts
- mobilisatie van metabolieten
- shock
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

IL6

A
Lokale effecten
- lymfocyt activatie
- antistof productie
Systemische effecten
- koorts
- inductie acute fase eiwitten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

CXCL8

A

Lokale effecten

- rekruteert neutrofiele en basofiele granulocyten en T-cellen naar de plaats van infectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

IL12

A

Lokale effecten

  • activeert NK cellen
  • stimuleert differentiatie van T-cellen tot Th1 cellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke cytokines produceert een geactiveerde Th1 cel?

A
  • IFN gamma en CD40 ligand
  • FAS ligand of LT alfa
  • IL2
  • IL3 + GM-CSF
  • TNF alfa + LT beta
  • CCL2
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

IFN gamma en CD40 ligand

A

Activeren macrofagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

FAS ligand of LT alfa

A

Doodt chronisch geïnfecteerde cellen en produceert bacteriën die door macrofagen opgeruimd kunnen worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

IL2

A

Stimuleert T-cel proliferatie waardoor er meer effectorcellen ontstaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

IL3 + GM-CSF

A

Induceert macrofaag differentiatie in het beenmerg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

TNF alfa + LT beta

A

Activeert het endotheel en stimuleert diapedese van cellen zodat ze kunnen binden aan een macrofaag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

CCL2

A

Ophoping van macrofagen op de plaats van infectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke cytokines worden geproduceerd door een actieve Th2 cel?

A

IL4
IL5
IL13

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

IL5

A

Rekruteert eosinofielen waardoor parasieten opgeruimd kunnen worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

IL13

A

Stimuleert herstel van epitheelcellen en productie van mucus

17
Q

Functie cytotoxische T-cel

A

Apoptose in virus-geïnfecteerde cellen

18
Q

Functie Th1 cel

A

Activatie macrofagen en helpen B-cellen

19
Q

Functie Th2 cellen

A

Hlpen B-cellen, vooral in de switch naar IgE productie

20
Q

Functie Th17 cellen

A

Versterkt neutrofielen respons

21
Q

Functie Tfh cel

A

Helpen B-cellen met isotype switching en antistof productie

22
Q

Functie Treg cel

A

Suppressie T-cel responsen

23
Q

Activatie Th1 cel

A

IL12 - T-bet - IFN gamma

24
Q

Activatie Th2 cel

A

IL4 - GATA3 - IL4, IL5, IL13

25
Q

Activatie Th17 cel

A

IL1beta, TGFbeta, IL6, IL23 - Ror gamma T - IL17, GM-CSF, CCL20

26
Q

Activatie Tfh cel

A

IL6, IL21 - BCL6 - IL21

27
Q

Activatie Treg cel

A

TGF beta - FoxP3 - TGF beta, IL10