iets duits Flashcards
1
Q
iets uit het hoofd leren
A
etwas auswendig lernen
2
Q
de opdracht begrijpen
A
die aufgabe verstehen
3
Q
een fout maken
A
einen fehler machen
4
Q
de formule in het schrift schrijven
A
die formel ins heft schreiben
5
Q
een vreemde taal leren
A
eine fremdsprache lernen
6
Q
huiswerk maken
A
hausaufgaben machen
7
Q
een proefwerk maken
A
eine klassenArbeit machen
8
Q
bijles krijgen
A
nachhilfen bekommen
9
Q
een zin vertalen
A
einen satz ubersetzen
10
Q
de oefening uitleggen
A
die ubang erklaren
11
Q
de woorden leren
A
die vokabeln lernen
12
Q
het rapport krijgen
A
das zeugnis bekommen