idiooms Flashcards

1
Q

van kinds af (aan)

A

since childhood

Hij houdt van muziek van kinds af aan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Het waard zijn

A

to be worth it

Example: Die dure vakantie was het echt waard.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

je hart ophalen

A

To thoroughly enjoy yourself (doing your hobby, for example)

In die stad kun je je hart ophalen aan lekker eten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Met volle teugen genieten van

A

to deeply enjoy something

Ze genoot met volle teugen van haar vakantie aan zee.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Aan de slag (kunnen)

A

to get started\begin with something

Example: Na de uitleg konden we eindelijk aan de slag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Baat hebben bij iets

A

to benefit from something

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Op stap gaan

A

to go out (often socially)

Example: We gaan vanavond op stap met vrienden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly