ICF, AAIDD, SUPPORTS, QOL Flashcards

1
Q

ICF- mode

A
  • in kaart brengen van functioneren cliënt.
  • functies van anatomische eigenschappen, activiteiten, participatie, externe factoren, persoonlijke factoren.
  • klachten en krachten

gebruik om te classificeren, beeldvorming van functioneren van cliënt. NIET om te diagnostiseren. Cliënt objectief, zelf geen inbreng. Wordt ingevuld door specialisten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

AAIDD

A

Zelfde als ICF alleen speciaal ontwikkeld voor mensen met LVB.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Supports model

A

In kaart brengen van ondersteuningsbehoeften samen met de cliënt. Vanuit hier een plan maken om de behoeften ondersteuning te verbreden. Gericht op vergroten van zelfstandigheid en zelfredzaamheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

QOL

A

Quality of life model, gebruikt om voor en na interventie te testen of de interventie effect heeft gehad op de kwaliteit van leven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly