Bic Model Flashcards

1
Q

Adequate verzorging

A

Ruimte, verwarming, kleding, geen zorgen om dit te waarborgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Veilige fysieke directe omgeving

A

Afwezigheid van gevaar, geen toxische invloeden en geweld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Affectief klimaat

A

Geborgenheid, steun, begrip van ouder naar het kind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Ondersteundende flexibele opvoedingsstructuur

A

Regelmaat, structuur, stellen van grenzen, stimuleren voor zelfontwikkeling, ruimte hiervoor.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Adequaat voorbeeldgedrag

A

Het kind neemt normen en waarden over om die vervolgens toe te passen in de maatschappij.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Interesse

A

Tonen van belangstelling in interesses van het kind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Continuïteit in opvoeding en verzorging bijdragend aan het toekomstperspectief

A

Zorgen voor juiste voeding voor een veilige hechting en basisvertrouwen wat bijdraag aan het toekomstperspectief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Veilige fysieke omgeving

A

Veilige buurt, geen criminaliteit, oorlogen, natuurrampen etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Respect

A

De behoeften, wensen en gevoelens, verlangens van het kind worden serieus genomen door de omgeving van het kind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Sociaal netwerk

A

Diverse steunbronnen in zijn omgeving waarop hij een beroep kan doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Educatie

A

Scholing en opleiding en de gelegenheid tot ontplooien van talenten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Adequaat voorbeeldgedrag in de samenleving

A

Het kind komt in contact met andere kinderen en volwassenen wie hij gedrag, optreden, waarden en normen kan overnemen en die voor hem nu en later van belang zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Contact met vrienden / leeftijdsgenoten

A

Het kind heeft omgang met andere kinderen in gevarieerde situaties passend bij de belevingswereld en ontwikkelingsniveau van het kind.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Stabiliteit in levensomstandigheden en toekomstperspectief

A

De omgeving verandert niet onvoorzien en plotseling. Optredende veranderingen koken aangekondigd en zijn inzichtelijk. Identicifatiefiguren blijven bestaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly