Hyponatriëmie Flashcards

1
Q

Definitie hyponatriëmie

A

Het gevolg van een overmaat aan water in vergelijking met de hoeveelheid natrium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke organen zijn het meest gevoelig voor een hyponatriëmie en wat is het gevolg?

A

Hersenen, daarom zie je bij een hyponatriëmie vaak neurlogische symptomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarom zijn de hersenen gevoelig voor een hyponatriëmie

A

Door een tekort aan natrium is er een waterverschuiving naar intracellulair bij de hersencapillairen waardoor de hersenen gaan zwellen en er druk ontstaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Normaal waarden natrium

A

135-145 mmol/liter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wanneer is er een ernstige hyponatriëmie

A

< 115 mmol/liter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Symptomen hyponatriëmie (3+4)

A

Neurologisch: verwardheid, epilepsie, coma
Overig: misselijk, braken, spierzwakte en anorexia

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het risico van een snelle ontwikkeling van hyponatriëmie

A

Acuut hersenoedeem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

3 vormen van hyponatriëmie + uitleg

A
  • Hypovolemisch: afname in totaal lichaamswater en natrium
  • Normovolemisch: water retentie, normaal natrium (= tekort aan natrium)
  • Hypervolemisch: overmaat aan water (er kan dan ook een overmaat aan natrium zijn)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Oorzaken normovolemisch hyponatriëmie (3)

A
  • Endocriene oorzaken (hypothyroidie, cortisol def.)
  • Waterintoxicatie, psychogene polydipsie
  • SIADH (Syndrome of inappropriate secretion of
    antidiuretic hormone) !!
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat gebeurd er als je SIADH hebt?

A

Er wordt een overmaat ADH aangemaakt waardoor de nieren vocht vasthouden ondanks dat dit niet nodig is (hoeveelheid natrium in bloed daalt)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Geneesmiddel-gerelateerde oorzaken SIADH (4)

A
  • Overmaat aan ADH door desmopressine of vasopressine.
  • Verhoogde ADH-secretie door: antipsychotica, antidepressiva (TCA, SSRI’s), nicotine,
    bromocriptine, cytostatica (vincristine, cisplatine), amiodaron of ciprofloxacine.
  • Een verhoogd aantal ADH-receptoren, door clobifibraat.
  • Versterkte ADH-werking: carbamazepine, NSAID’s, paracetamol of cyclofosfamide.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Overige oorzaken SIADH (2)

A
  • hypotoon infuus plus SIADH na chirurgie
  • maligniteiten, longziekten, neurologische ziekten (infecties)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waarom meer kans op een hyponatriëmie bij thiazidediuretica dan bij lisdiuretica?

A

Thiazidediuretica grijpen aan op de distale tubules terwijl lisdiuretica aangrijpen op de lis van Henle

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Oorzaken hypovolemische hyponatriëmie (5)

A

o Het gebruik van diuretica, met name thiazidediuretica.
o Leeftijd > 65 jaar.
o Comorbiditeiten, zoals een hartinsufficiëntie en een leverinsufficiëntie.
o Braken en diarree.
o Verkeerd afgesteld (iatrogeen) infuus: te laag natrium in het toegediende infuus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Oorzaken hypervolemische hyponatriëmie (4)

A
  • Hartfalen
  • Levercirrose
  • Kaliumverlies door het gebruik van diuretica
  • Nefrotisch syndroom
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Niet medicamenteuze behandeling hyponatriëmie (3)

A
  • Geneesmiddel(en) stoppen, indien van toepassing en
    mogelijk
  • Waterinname beperken
  • Zoutinname verhogen
17
Q

Medicamenteuze behandeling van een acute hyponatriëmie (2)

A

▪ Hypertoon infuus
▪ Isotoon infuus plus furosemide

18
Q

Medicamenteuze behandeling SIADH (2)

A

Vasopressine 2-receptor antagonisten: Demeclocycline of tolvaptan