Hume Flashcards
Hoe ziet Humes kenleer eruit?
Hume was empirist. Impressions,directe indrukken gegeven door de ervaring, laten een kopie achter, dit is het idea.
Als je bijvoorbeeld een ijsje eet, is de directe smaak op je tong een impression. Als je later dan terugdenkt over hoe verrukkelijk dat ijsje was heb je deze indruk gekopieerd, het is niet meer omiddelijk, het is dan een idee.
Waarom is het principe van causaliteit subjectief volgens Hume?
Volgens Hume is causaliteit niet zo echt als wij vaak denken. Vaak kunnen we matters of fact als ‘de zon zal weer opkomen morgen, omdat ze dat elke dag doet’ helemaal niet controleren met onze zintuigen.
We kunnen niet WAARNEMEN dat Bal B beweegt DOOR Bal A, we kunnen alleen zien dat eerst Bal A beweegt en dat daarna Bal B beweegt.
Causaliteit is een geloof gebaseerd op gewoonte.
Wat is het verschil tussen matters of fact en relations of ideas?
Matters of fact: a posteriori, synthetisch, contingent, ‘het gras is groen’.
Relations of ideas: a priori, analytisch, noodzakelijk, ‘alle vrijgezellen zijn ongetrouwd’.
Waarom kan Hume een gematigd skepticus worden genoemd?
Hume is een gematigd skepticist, omdat hij causaliteit afschrijft als iets onzekers. Zelfs de wetten van Newton zijn niet 100% zeker. De mens kan zelf geen kennis toevoegen en alle kennis die er is, is onzeker.
Op welke manieren verschilt Hume van Berkeley?
Hume verschilt van Berkeley, omdat Hume meer een agnostische kijk heeft op de buitenwereld. Hume zegt dat we NIETS kunnen zeggen over het bestaan van de buitenwereld, ook niet dat hij niet bestaat (zoals Berkeley doet).
Ook zegt Hume dat we God niet kunnen waarnemen, daarin is hij dus ook agnostisch. Berkeley is daarentegen een Grote-Godfanboi.
Wat is Hume’s positie ten opzichte van de ziel?
Hume zegt dat we geen ‘zelf’ kunnen waarnemen. Hij zegt: ‘we are nothing but a bundle of different perceptions’.
Wat is Hume’s positie ten opzichte van God?
God kunnen we volgens Hume ook niet waarnemen. Daar is hij dus ook agnostisch in, we kunnen NIETS zeggen over een God, ook niet dat hij niet bestaat.
Wat zijn de drie consequenties van Hume’s radicale empirisme?
1) Causaliteit is niet te bewijzen.
2) Agnostisch over zowel Res Cogitans als Res Extensa
3) Agnostisch over God, we kunnen God niet waarnemen.
