huishoudelijke taken Flashcards
1
Q
het gras maaien
A
to mow the lawn
2
Q
de tafel afruimen
A
to clear the tabel
3
Q
het bed opmaken
A
to make the bed
4
Q
de vaatwas inladen
A
to loading the dishwasher
5
Q
afstoffen
A
to dust
6
Q
de ramen wassen
A
tho clean the windows
7
Q
de vuilnisbakken buiten zetten
A
to put out de bustbins
8
Q
opruimen
A
to tidy up
9
Q
koken
A
to cooking
10
Q
de auto wassen
A
to wash the car
11
Q
stofzuigen
A
to vacuum