de laatste ronde Flashcards

1
Q

ruïne

A

overblijfsel van een verwoest of vervallen gebouw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

visualiseren

A

uitbeelden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

schaapachtig

A

gehoorzaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

knokkels

A

gewrichten van vingers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

chaotisch

A

ongeordend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

scanderen

A

iets in lettergrepen uitroepen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

joelen

A

roepen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoonden

A

uitlachen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

nabauwen

A

spottend nadoen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

zweem

A

schijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

verbijstering

A

verbazing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

prijsgeven

A

bekendmaken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

depot

A

plaats waar vervoermiddelen worden gestald en
onderhouden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

delicatesse

A

exclusieve lekkernij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

accentueren

A

markeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

ragout

A

stoofgerecht met kruidige saus

17
Q

clientèle

A

alle klanten van een bedrijf of zaak

18
Q

grimas

A

grijnzende vertrekking van het gezicht

19
Q

gedeputeerde

A

afgevaardigde

20
Q

corrupt

A

onbetrouwbaar

21
Q

excentriek

A

heel anders dan normaal en daardoor
opvallend

22
Q

mechanisch

A

gerobotiseerd

23
Q

ingenieus

A

slim bedacht of gemaakt