HT 3 Neurocognitieve Stoornissen Flashcards
1
Q
Welke zijn de verschillende onderdelen van het geheugen?
A
-
Geheugen (hippocampus en mediale temporale kwab)
1. info opslaan
2. info bewaren
3. info terugvinden (herkenning, actief opdiepen) -
Expliciete, declaratieve geheugen:
→ bewust
1. werkgeheugen
2. episodisch geheugen (anterograad, retrograad)
3. semantisch geheugen -
Impliciete geheugen
→ onbewust
1. proceduraalgeheugen
2
Q
Wat is de invloed van het normale en het pathologisch verouderen op het informatienetwerk?
A
Normaal: milde vergeetachtigheid, verlies v *contact tss hersencellen, info netwerk zit losser.
ouderdom heeft negatief effect op episodisch geheugen, uitvoerende functie, snelheid v informatieverwerking
Pathologisch: dementie, verlies v hersencellen, gaten in informatienetwerk
3
Q
Geef de kernsympt of klinische kenmerken van Alzheimer dementie :
A
- Desoriëntatie: tijd, plaats en ruimte
- Geheugenstoornissen: inprenting, recent geheugen, langere geheugen
- Stoornis in abstract denken en oordelen
-
Corticale fnt stoornissen:
afasie: woordvindproblemen, verwisseling, bergipsproblemen, taalverarming, veel herhalen
apraxie: geen doelgerichte handelingen kunnen uitvoeren ondanks fysische mogelijkheid, handeling vergeten
agnosie: geen herkenning v objecten, kan bij alle zintuigen gebeuren alexie en agrafie; onvermogen om te lezen en schrijven - gedragsverandering
- ** bijkomende verschijnselen**
autonomie is het vr de mens een geen autonomie meer dan teken v pathologie