Hst 7: Signaal transductie Flashcards

1
Q

Bespreek hoe een G-gekoppelde recepor wordt geactiveerd en gedeactiveerd. Gebruik b-adrenerge receptor als voorbeeld

A

Activatie
- receptor binding leidt tot omwisseling van GDP door GTP, waardoor a en by subunits dissocieren en secondmessengers activeren

vb: b-receptor epinefrine
- omwisseling van GDP met GTP bij receptor activatie zorgt voor stijging van cAMP door activatie van AC door a-subunit

Inactivatie:
- alfa subunit heeft ook GTPase activiteit zodat GTP + H20-> GDP + Pi

trimeer wordt weer geassembleerd

en het receptor wordt geinactiveerd omdat

  • > De gebonden ligand (hormoon) dissocieert van de receptor
  • hormoon-receptor complex wordt gefosforyleerd .

Vb: epinefrine receptor wordt gefosforyleerd door de b-adrenerge receptor kinase, waardoor b-arrestin erop bindt en het receptor inactiveert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe ziet een actieve en inactieve G proteine eruit?

A

inactief:
Receptor is GDP gebonden.
GDP zelf is gebonden aan alfasubeenheid.

a-subeenheid is gebonden aan by dimeer

Actief:
Receptor ruilt GDP om voor GTP. en dissocieert van by dimeer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bespreek de signaaltransductie cascade van glucagon

A

zie cursus p 114

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Bespreek de signaaltransductie via Gq (de activatie en stopzetting)

A

zie cursus p14

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bespreek de structuur en werking van IP3

A
  • opent kanalen zodat er een snelle vrijlating is van Ca2+ ionen (via Ca2+ poorten)
  • Verhoging van de intracellulaire Ca2+ concentratie leidt tot verschillende responsen
  • IP3 bindt aan een IP3 receptor (membraaneiwit)
  • IP3 receptor is een homotetrameer en vormt een ion kanaal
  • Drie IP3 moleculen moeten binden om het kanaal te openen en Ca2+ ionen vrij te laten
  • IP3 wordt snel omgezet in derivaten die het kanaal niet kunnen openen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Bespreek PKA en PKC.

A

PKA wordt geactiveerd door Ga subunit

PKC wordt geactiveerd door DAG uit de Gq pathway

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bespreek de structuur van PKA en PKC.

A

PKA (zie hst 6 p 93)

PKA heeft 2 katalytische sites, en 2 regulatorische sites gebonden op de C-sites mbv de pseudosubstraat sequenties. Elks van de regulatorische sites kunnen 2 cAMP binden. Wanneer er in totaal 4 cAMP binden,

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Geef de pseudosequenties van PKA en PKC

A

PKA (hst 6)
PKA is een kinase dat eiwitten fosforyleert met een specifieke substraatsequentie : R - R - X - S/T - Z (waarbij X= klein AZ, Z= groot en hydrofoob AZ) (serine of threonine wordt gefosforyleerd)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Bespreek de opbouw PKC

A

Active subunit:
Gebonden aan pseudosubstraat bij inactive status. Bij aanwezigheid van DAG ->

C1A en C1B domein:
binden DAG dankzij znk ion bindende domein

en conformatie verandering ontstaat die leidt tot loslaten van pseudosubstraat sequentie

C2 domein:
bindt op membraanfosfolipiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Bespreek tot wat DAG kan afgebroken worden bij stopzetten van signalisatie

A
  1. fosfatidaat door fosforylatie

2. vetzuur en glycerol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Bespreek de calcium calmoduline interactie (geef ook de structuur)

A

calcium kan bindingen aangaan met aminozuren, en conformatie veranderingen induceren

structuur calmoduline:

-4x2 alpha helices in de vorm van een hand, waarin calcium kan binden. Centraal is er een hydrofobe patch

Wanneer 4 calcium bindt wordt er een conformatie verandering geinduceerd waardoor de hydrofobe patch komt bloot te liggen.

de hydrofobe patch interageert met eiwitten genaamd calmoduline-afhankelijke proteine kinase

de kinase zal dus fosforyleren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Bespreek de opbouw van de tyrosinekinase receptor. Geef een voorbeeld receptor.

A

vb: inusline receptor

structuur:
- homodimeer met elks een alfa en een beta keten

beta keten is transmembranair, alfa is extracellulair en bindingsplaats voor insuline

alfa en beta ketens zijn verbonden met disulfide binding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de signalisatiecascade gevolgd door insuline binding?

A
  • beta subunit werkt als kinase, en zal het zijn eigen tyrosine residus fosforyleren (crossfosforylatie)

dit leidt tot conformatieverandering en activeert de receptor

anderzijds worden ook bindingssites gevormd voor de IRS-1 eiwit, want deze herkent enkel gefosforyleerde tyrosine residus

IRS-1 wordt zelf gefosforyleerd door de beta subunits thv zijn tyrosine residus, en deze wordt weer herkend door fosfoinositide-3-kinase, waardoor PIP2 wordt gekliefd door PIP3.

PIP3 wordt herkend door PDK-1, en deze fosforyleert de kinase AKT

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly