hst 3, G, 4 Flashcards
1
Q
presentatie
A
achievement
2
Q
border
A
grens
3
Q
charity
A
goed doel
4
Q
compete wedijveren
A
wedijveren compete
5
Q
stukmaken destroy
A
destroy stukmaken
6
Q
hard zwaar
A
zwaar hard
7
Q
marine navy
A
navy marine
8
Q
participation deelname
A
deelname participation
9
Q
zwaarlijvigheid obesity
A
obesity zwaarlijvigheid
10
Q
voorbereiden prepare
A
prepare voorbereiden
11
Q
verscheidene
A
several
12
Q
ernstig severe
A
severe ernstig
13
Q
stomme stupid
A
stupid stomme
14
Q
stoere tough
A
tough stoere
15
Q
onderwerp topic
A
topic onderwerp