HS 1 Ruimte Flashcards

1
Q

Toon aan dat het begrip ruimte moeilijk te omschrijven is.

A

In de woordenboek De Grote Van Daele vind je maar liefst 5 woordverklaringen voor het begrip ‘ruimte’.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Voorbeelden om het begrip ‘ruimte’ in de te vullen

A
  1. plaats om zich uit te strekken
  2. door grenzen bepaalde plaats
  3. vrije ruimte ih onderwijs - voor niet verplichte vakken beschikbare tijd
  4. onbegrensde verzameling van plaatsen, heelal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Objectieve ruimte vs subjectieve ruimte

A

Objectieve ruimte: meetbare ruimte, de ruimte waarin wij/de aarde zich bevind kunnen we vastleggen op landkaarten
Subjectieve ruimte: beleefde ruimte, binnen relaties met anderen (vb. persoonlijke ruimte,…)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke ruimte is de vertrekbasis bij kinderen. En wat zijn de voor en nadelen hiervan.

A

Beleefde/subjectieve ruimte
Nadeel: geen objectief referentiekader
Voordeel: gevoel van verbondenheid –> basis voor zorgdragen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Fysieke ruimte vs psychologische ruimte

A

Fysieke ruimte: ruimte om ons heen, wie we kunnen waarnemen en waarin we ons voortbewegen
Psychologische ruimte: mentaal gegeven, ruimte waarvan we ons een beeld of andere voorstelling maken in onze gedachten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Mentale kaart

A

Voorstelling van een persoon van een bepaalde ruimte. Interpretatie nav eerdere ervaringen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waarom is de term mentale kaart verwarrend?

A

Term kaart is niet helemaal correct, vaak zijn deze kaarten niet helemaal correct, onvolledig en vervormd. Ze zijn ook voor iedere persoon anders. En veranderlijk van aard.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly