Houtsoorten Flashcards
1
Q
vurenhout
A
- fijspar
- Midden- en Noordeuropa
- geelwit
- weinig hars
- bleke vaak ovale kwasten
- gemakkleijk te verwerken zowel binnen als buiten
2
Q
Dennehout
A
- zilverden
- Heel Europa, vooral Duitsland
- Zwartbruine harde Ronde kwasten
- grauwwit naar paars trekkend
- gemakkleijk te verwerken zowel binnen als buiten net als vuren
3
Q
Grenehout
A
- Pijnboom/ grove den
- Midden- en Noordeuropa
- Rood-bruine kwasten
- Geel met roodachtige strepen
- Spint steekt wit af
- Door groot harsgehalte eigenaardige, doordringende geur
- Zeer duurzaam: buitengebruik in de bouw
4
Q
oregon-pine
A
- Douglas-spar
- Noord-Amerika (ook geplant in NL)
- Lichtgeel tot geelrood
- lichtgeel spint
- Neemt erg weinig vocht op en werkt amper
- Gebruikt voor triplex, bouwhout, vloerdelen, meubels en scheepsbouw
5
Q
parana-pine
A
- Brazilië
- grijsbruin tot bruingeel vaak helrode tot paarsachtige strepen
- Zijde glans en homogene structuur
- Fijne nerf en rechte draad
- Goed te verwerken
- geen harsgangen
- gebruikt voor triplex, kerkmeubelen, timmerhout
6
Q
redwood
A