Houtsoorten Flashcards

1
Q

vurenhout

A
  1. fijspar
  2. Midden- en Noordeuropa
  3. geelwit
  4. weinig hars
  5. bleke vaak ovale kwasten
  6. gemakkleijk te verwerken zowel binnen als buiten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Dennehout

A
  1. zilverden
  2. Heel Europa, vooral Duitsland
  3. Zwartbruine harde Ronde kwasten
  4. grauwwit naar paars trekkend
  5. gemakkleijk te verwerken zowel binnen als buiten net als vuren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Grenehout

A
  1. Pijnboom/ grove den
  2. Midden- en Noordeuropa
  3. Rood-bruine kwasten
  4. Geel met roodachtige strepen
  5. Spint steekt wit af
  6. Door groot harsgehalte eigenaardige, doordringende geur
  7. Zeer duurzaam: buitengebruik in de bouw
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

oregon-pine

A
  1. Douglas-spar
  2. Noord-Amerika (ook geplant in NL)
  3. Lichtgeel tot geelrood
  4. lichtgeel spint
  5. Neemt erg weinig vocht op en werkt amper
  6. Gebruikt voor triplex, bouwhout, vloerdelen, meubels en scheepsbouw
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

parana-pine

A
  1. Brazilië
  2. grijsbruin tot bruingeel vaak helrode tot paarsachtige strepen
  3. Zijde glans en homogene structuur
  4. Fijne nerf en rechte draad
  5. Goed te verwerken
  6. geen harsgangen
  7. gebruikt voor triplex, kerkmeubelen, timmerhout
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

redwood

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly