House Items & Phrases Flashcards
Bedroom
Slaapkamer
Bath Room
Badkammer
Toilet
W/C
Living Room
Woonkammer
Dinning Room
Eetkammer
Kitchen
Keuken
Garden/Yard
Tuin
Attic
Zolder
Garage
Garage
Sofa/Couch
Bank
Table
Tafel
Indoor Lighting
Lamp
End Table
Bijzettafel
Plant
Plant
Closet/Cabinet
Kast
Bed
Bed
Wardrobe/Clothing Closet
Kledingkast
Rug
Kleed
Cushion/Pillow
Kussen
Blanket
Deken
Mirror
Spiegel
Window
Raam
Curtain
Gordijn
TV
TV
Remote/Controller
Afstandsbediening
Charger
Oplader
Plug
Stopcontact
Bath
Bad
Shower
Douche
Heater
Verwarming
Radiator
Radiator
Tap
Kraan
Hand Towel
Handdoek
Wash/Hand Towel
Washand
Soap
Zeep
Shower Head
Douchekop
Washing Machine
Wasmachine
Dryer
Droger
Ik heb pijn.
I have pain or I’m in pain.
Ik heb hoofdpijn.
I have a headache.
Ik heb buikpijn.
I have a stomach ache.
Snee.
Cut.
Papiersnee
Papercut
Wond
Wound
Hechtingen
Stitches
Ik heb een snee in mijn …
I have a cut on my…
Ik heb een wond op mijn…
I have a wound on my…
Ik heb mijn … gebroken
I broke my elbow
Heb je pijnstillers?
Do you have painkillers?
Heb je een pleister?
Do you have a band-aid?
Ik moet naar het ziekenhuis.
I have to go to the hospital.
Ik ben Jan. Ik ben 17 jaar oud. Ik woon in Amsterdam
I am Jan. I am 17 years old. I live in Amsterdam.
Ik woon in Amsterdam samen
met mijn moeder, vader en mijn broer
I live in Amsterdam together with my mother, father and my brother.
Mijn broer heet Max en is 18 jaar oud.
My brother is called Max and he is 18 years old.
Samen spelen wij voetbal. Ik speel al 8 jaar voetbal.
We play football together. I have been playing football for 8 years.
Ik woon in een klein huis. De huizen in Amsterdam zijn duur.
I live in a small house. The houses in Amsterdam are expensive.
Ik slaap in dezelfde kamer als Max. Ons huis heeft geen tuin.
I sleep in the same room as Max. Our house has no garden.
Wij hebben een balkon. Ik vind mijn huis erg
mooi, ondanks dat hij klein is.
We have a balcony. I like my house, it is beautiful even though it is small.
Mijn buurt is erg gezellig. Ik heb aardige buren.
My neighborhood is very cozy. I have nice neighbors.
Als ik de kamer binnenkom
When I enter the room
Links (aan de linkerkant)
Left (on the left side)
Rechts (aan de rechterkant)
Right (on the right side)
Daarnaast
Next to that
Boven (boven de tafel hangt een lamp)
Above (above the table hangs a lamp)
Onder (onder de lamp staat een tafel)
Under (under the lamp is a table)
Groot
Big
Klein
Small
Het enige nadeel aan mijn huis is dat er veel muggen zijn in de zomer.
The only downside to my house is that there are a lot of mosquitoes in the summer.
Verder zou ik nergens anders willen wonen
But I wouldn’t want to live anywhere else.
Als ik oud ben, wil ik in Amsterdam blijven wonen.
Even when I am old, I want to live in Amsterdam.
Het liefst in een huis als deze.
Preferably in a house like this one.
Mijn favoriete plek in huis is de keuken.
My favourite place in the house is the kitchen.
Mijn moeder kookt veel.
My mother cooks a lot.
Ik vind het lekker ruiken in de keuken als mijn moeder kookt.
I like the tasty smell in the kitchen when my mother cooks.
Mijn vrienden wonen ook bij mij in de buurt.
My friends also live in the neighbourhood.
Zij heten Willem en Pieter.
They are called Willem and Pieter.