Hoorcolleges 5 + 6 (Tech) Flashcards

1
Q

Order-to-cash

A

verkopen van goederen en diensten en de opbrengsten binnenhalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

procure-to-pay

A

goederen bestellen en ervoor betalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

make-to-stock

A

(push) het maken van goederen gebaseerd op verwachtingen, waardoor voorraden ontstaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

make-to-order

A

(pull) het maken van goederen gebaseerd op bestellingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

value chain van porter + functie IS

A

keten van bedrijfsactiviteiten die waarde toevoegen aan het eindproduct.Informatiesystemen worden gebruikt om communicatie tussen activiteiten te verbeteren, maar alle activiteiten hebben ook hun eigen informatiesystemen om efficiëntie te verbeteren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

value system

A

combineren van value chains door informatiesystemen van individuele chains samen te voegen om onderling informatie te kunnen uitwisselen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

geïntegreerde bedrijfsinformatiesystemen (bv. ERP)

A

er wordt gebruik gemaakt van één gezamenlijke database

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hardware

A

fysieke mechanismen om data in te voeren en te verwerken bij het uitvoeren van instructies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

software

A

algoritmes die de hardware vertallen wat te doen en in welke volgorde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

system software

A

maakt de hardware toegankelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Onderdelen CPU:

  • ALU
  • Control units
  • registers
  • interne bus
A

ALU = doet bepaalde berekeningen
Control units = geeft aan hoe snel het CPU moet weken
Registers = specifiek geheugen
Interne bus = brengt alle onderdelen van het CPU samen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

computers

A

verwerken en slaan data op in binaire vorm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

standardized data formats

A

zetten data om die wij als mensen begrijpen in computertaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

systemen (algemeen)

A

componenten die onderling relaties hebben en samen een geïntegreerd geheel vormen met een duidelijke grens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Client-server computing

A

ongelijke relatie tussen de computers die met elkaar een netwerk vormen.
Een server biedt diensten aan de client.
(bv. iemands gegevens opzoeken bij Skype)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Peer-to-peer computing

A

er is een gelijkwaardige relatie

bv. een videogesprek aangaan bij Skype

17
Q

Cloud computing

A

software en hardware worden als een service aangeboden door een onafhankelijk bedrijf via het internet (bv. google docs, drive, mail)

18
Q

Software as a service (SaaS)

A

geen controle als consument, er is enkel een basisversie

bv. email, games

19
Q

Platform as a service (PaaS)

A

Zit tussen SaaS en IaaS in

bv. databases en development tools

20
Q

Infrastructure as a service (IaaS)

A

de gehele computer verdwijnt in de cloud, waarbij veel vrijheid is bij de inrichting.
bv. servers, opslag, netwerk

21
Q

Utility computed model

A

je hoeft enkel te betalen voor cloud opslag als je het ook daadwerkelijk gebruikt. Eenvoudig op te schalen en flexibel.

22
Q

Service level argeement

A

Hiermee wordt de onzekerheid door informatie asymmetrie verminderd. Als je met een Cloud aanbieder in zee gaat, moet je wel vertrouwen in hem hebben, want je gaat een lange termijn relatie met elkaar aan. De aanbieder moet wel zijn beloften over privacy en beveiliging nakomen. Daarom worden er afspraken over gemaakt en die worden vastgelegd

23
Q

data management

A

data produceren, verzamelen en vastleggen

24
Q

business intelligence/analytics

A

data verwerken, analyseren en consumeren ter ondersteuning van beslissingen

25
Q

ERP

A

een centrale database die alle informatie uit verschillende departementen vastlegt.

26
Q

database

A

data vastleggen in tabellen, wat door meerdere gebruikers toegankelijk is.

27
Q

Database management software

A

software die de data toegankelijk maakt en controleert.

28
Q

tabel

A

gestructureerde lijst van data van een bepaald type met een unieke naam

29
Q

cardinaliteit

A

het type relatie tussen tabellen (1-op-1/veel…)

30
Q

Balsamiq

Mock-up/wireframe

A

nadenken over software zonder het te programmeren: enkel de vormgeving.
Een prototype om te finetunen met de klant.