hoorcolleges Flashcards

1
Q

Wat is erfgoed?

A

Erfgoed of cultureel erfgoed is datgene wat men van de voorouders erft. Het is de nalatenschap van het verleden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Geef een voorbeeld van erfgoed.

A

Gebouwde monumenten en cultuurlandschap.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Van wie is erfgoed?

A

Het erfgoed is van de samenleving en wordt doorgegeven aan toekomstige generaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarom erfgoed in het landschap?

A

Het landschap heeft een verleden met ondergronds (archeologie) en bovengronds (gebouwde monumenten en cultuurlandschap) erfgoedwaarden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn verwachtingskaarten?

A

Kaarten die helpen om te weten wat te verwachten voor het beschermen en bewaren van erfgoed.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is lithologie?

A

Kennis van gesteente.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat betekent lithogenese?

A

Ontstaanswijze van gesteente.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat zijn de transportmechanismen van sediment?

A
  • Wind (eolisch) * Ijs (glaciaal) * Water (fluviatiel, marien, lacustrien)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de tijdsindelingen van het pleistoceen?

A

Weichselien * Eemien * Saalien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn glaciale landschappen?

A

Landschappen ontstaan onder de directe invloed van ijs.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn periglaciale landschappen?

A

Landschappen gevormd in een ijstijd, niet onder invloed van landijs.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is bodemkunde?

A

De studie van de samenstelling van de ondergrond en de veranderingen door atmosferische invloeden en organismen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn bodemhorizonten?

A

Zones of lagen in het profiel, min of meer parallel aan het aardoppervlak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Noem de bodemhorizonten.

A
  • O-horizont (strooisellaag) * A-horizont (vegetatiehorizont/humuslaag) * E-horizont (uitspoelingslaag) * B-horizont (inspoelingslaag) * C-horizont (uitgangsmateriaal)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is podzolering?

A

Het transport (uitspoelen) van organische stof, aluminium en ijzer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de vijf hoofdtypen van bodems?

A
  • Podzolgronden * Brikgronden * Eerdgronden * Veengronden * Vaaggronden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat zijn de kenmerken van brikgrond?

A

Nieuwvorming en het transport (uitspoelen) van lutum.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is een meanderend riviertype?

A

Een type rivier met een relatief diepe geul en geleidelijk verplaatsend geulpatroon.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat zijn de kenmerken van vlechtend riviertype?

A

Brede zone met beddingafzettingen, relatief ondiepe geul en instabiel geulenpatroon.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat houdt bureauonderzoek in?

A

Verzamelen van informatie over archeologische meldingen en verwachtingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is het doel van het bureauonderzoek?

A

Opstellen van een gespecificeerde archeologische verwachting.

22
Q

Wat zijn de resultaten van het bureauonderzoek?

A
  • Onvoldoende data: nader archeologisch onderzoek geadviseerd * Voldoende data: geen vervolgonderzoek geadviseerd
23
Q

Wat houdt de Erfgoedwet 2016 in?

A

Wetgeving gericht op het behoud van archeologisch erfgoed.

24
Q

Wat is het Verdrag van Malta?

A

Europese afspraken voor de bescherming van vindplaatsen in de bodem.

25
Q

Wat is de rol van gemeenten in archeologisch erfgoed?

A

Zorgt voor het behoud van archeologisch erfgoed en stelt eisen.

26
Q

Wat is de betekenis van de term ‘verstoorder’ in de archeologie?

A

De partij die verantwoordelijk is voor de verstoring van archeologische vindplaatsen en de kosten draagt voor het onderzoek.

27
Q

Wat zijn de kenmerken van een anastomoserend riviertype?

A

Smalle zone met beddingafzettingen, zeer stabiel geulenpatroon.

28
Q

Wat zijn crevasseafzettingen?

A

Afzettingen die ontstaan door overstromingen van een rivier.

29
Q

Wat is de functie van een stroomgordelkaart?

A

Geeft aan waar rivierafzettingen in de ondergrond aanwezig zijn en hoe oud deze zijn.

30
Q

Wat is een laklaag?

A

Vegetatiehorizont die wijst op begroeiing en oude bodem.

31
Q

Wat zijn de mogelijke uitkomsten van het standaardrapport bureauonderzoek?

A

Er zijn onvoldoende data: nader archeologisch onderzoek geadviseerd
Er zijn voldoende data: geen vervolgonderzoek geadviseerd

32
Q

Wat heeft de gemeente nodig voor vergunningverlening?

A

Rapport bureauonderzoek

33
Q

Wat vereist het bevoegd gezag bij een aanvraag voor een omgevingsvergunning?

A

Dat het archeologisch onderzoek voldoet aan protocol 4002 van de KNA

34
Q

Wat kan het bevoegd gezag aan de vergunningen toevoegen op basis van bureauonderzoek?

A

Een voorschrift met vereiste archeologische maatregelen

35
Q

Noem twee redenen voor zeespiegelstijging.

A
  • Smelten ijskappen
  • Glacio isostasie
36
Q

Wat zijn de kustlandschappen van het holoceen?

A
  • Wad
  • Kwelder
  • Getijdengeul
  • Getijde-lagune
  • Strandwal
  • Duin
  • Kustveenmoeras
37
Q

Wat tonen strandwallen aan?

A

De uitbouw van de kust; de oudste liggen landinwaarts

38
Q

Wat zijn archeologische verwachtingen?

A
  • Aannemelijk dat het er is
  • Aannemelijker dat het op een locatie bewaard gebleven is
  • Aannemelijk door toponiemen of naamkunde
39
Q

Wat zijn de nieuwe technieken genoemd in het kader van archeologische verwachtingen?

40
Q

Wat is de kern en periferie in de context van archeologische verwachtingen?

A
  • Kern: nederzettingsterrein
  • Periferie: dorps- of stadskern
41
Q

Wat draagt bij aan de kwaliteit van de woonomgeving en identiteit van een plek?

A

Bijzondere architectuur en monumenten

42
Q

Wat is een probleem met representativiteit in archeologisch onderzoek?

A

Oude meldingen zijn vaak niet nauwkeurig

43
Q

Wat is de rol van verwachtingskaarten?

A

Bouwstenen voor landschappelijk onderzoek en extrapolatie van bestaande gegevens

44
Q

Wat zijn de uitgangspunten voor archeologische verwachtingskaarten?

A
  • Mensen wonen waar het hoog en droog genoeg is
  • Ondergrond moet stabiel genoeg zijn
  • Uitzonderingen voor exploitatiegebieden
45
Q

Wat is de IKAW?

A

Indicatieve kaart van archeologische waarden, gebaseerd op landschappelijke kaarten en archeologische waarnemingen

46
Q

Wat omvat het archeologisch beleid van gemeenten?

A
  • Kennis over de archeologische voorraad
  • Beschrijving van processen en procedures
  • Beleidsbepalingen en vertaling naar gemeentelijke kaarten
47
Q

Wat is het primaire doel van archeologisch beleid?

A

Behoudenswaardige archeologische vindplaatsen beschermen

48
Q

Wat is het maatschappelijk belang van archeologisch beleid?

A

Nodig voor sociale en economische ontwikkeling

49
Q

Wat moet duidelijk zijn bij het bepalen van archeologisch onderzoek?

A

Of er verwachtingen zijn voor archeologische vindplaatsen

50
Q

Wat zijn de verschillende bestemmingen van ruimte in Nederland?

A
  • Woonbestemming
  • Industrie en bedrijvenbestemming
  • Horecabestemming
  • Maatschappelijke bestemming
  • Groene bestemming
  • Agrarische bestemming
  • Water
51
Q

Welke aspecten worden bekeken bij een verzoek voor een andere bestemming?

A
  • Overlast
  • Wettelijke grenzen (lawaai, stank, stikstof, etc.)
52
Q

Wat gebeurt er als een andere bestemming schade toebrengt aan het terrein?

A

De gemeente kan geen toestemming geven