Hoorcolleges Flashcards

1
Q

Biologic

A

therapeutisch product gemaakt door genetische manipulatie in levende cellen die je iets laat produceren, niet chemisch gesynthetiseerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Farmaca vs biofarmaca

A

complexiteit, vorm (pil, injectie (fragil)), degradatie, variabiliteit, hoogte verliezen, contaminatie, analyse)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

FcRn

A

Receptor die IgG en Albumine bindt in IgG uit bloedbaan kickt, zorgt dat antistoffen van moeder naar embryo gaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Halfwaardetijd IgG via FcRn

A

3 weken, het wordt steeds opnieuw gebruikt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Verschil tussen biosimilar en innovator/originator (al bestaand licensed)

A

glycosylering is vaak anders, andere cellijnen en een ander proces

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Etiologie membraneuze glomerulopathoe

A

Antistoffen tegen PLA2-Receptor (fosfolipase A2), hier zijn IgG’s tegen -> vorming immuuncomplexen onder podocyt -> complementactivatie -> schade

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Diagnostiek membraneuze glomerulopathoe

A

Bloedonderzoek naar PLA2-R en GEEN nierbiopsie meer!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe wordt HIV gedetecteerd (test)

A

Capside (p24) =antigen
Ab

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe werkt immunoblot

A

Virus-spec Ab zijn aanwezig in het serum sample, die binden aan bijpassende virale ew-bands op de strip

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat voor bac is E. coli

A

endotoxine bevattende gram-negatieve bacterie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wanneer spreekt men van septische shock

A

als een half uur na resuscitatie de BD laag blijft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is urosepsis

A

sepsis syndroom vanuit ernstige vorm van pyelonefritis wanneer gram- bac vanuit infectiefocus in nier in bloed terecht komen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

verwekkers UWI als gevolg van catheterisatie of obstructie

A

Proteus, Klabsiella, Enterobacter, andere gram- nac
gisten: candida

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waarom V hoger UWI risico

A

kortere urethra en nabijheid anus en uitmonding urethra onder labia

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarom is urine dan troebel

A

Bacterieurie (>10^7 bac/ml)
pyurie (ontstekingscellen in urine) >250 cellen/microliter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wanneer UWI bij sediment en gram-preparaat

A

aanwezigheid bac en leukos

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Oorzaken koude rillingen

A

reactie op geneesmiddel-> histamine vrij
Bacteriemie
LPS = lipopolysacchariden in de bloedbaan
cytokines in bloed
tumor necrosis factor TNF in de bloedbaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Foci van sepsis door gram- bac

A

cholangitis, osteomyelitis en abces, peritonitis, flebitis bij iv katheter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Met hoeveel % wordt de prevalentie van bacteriurie verhoogd elke dag dat de verblijfskatheter in de blaas ligt

A

5%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

UWI met proteus gaat gepaard met…

A

steenvorming door een hoge pH tgv ammoniak uit ureum door urease (uit bac)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is de relatie tussen nieramyloidose en inflammatie

A

SAA (serum amyloid A) is een acuut-fase ew
Ontsteking stimuleert procudtie van SAA door lever
verhoogde SAA leidt tot precipitatie in de nier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Waardoor ontstaat het Muckle Well syndroom

A

mutatie in NLRP3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Syngene transplantatie

A

eeneiige tweeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Waarvan is immuunrespons op transplantatie afhankelijk

A

Type cel: variatie in MHC-expressieniveaus
variatie in het aantal APC, mn DC’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Waarvan is immuunrespons op transplantatie afhankelijk
Type cel: variatie in MHC-expressieniveaus variatie in het aantal APC, mn DC's
26
Waarom duurt optreden Indirecte T-cel alloreactie langer dan de direct
direct: donor APC gepresenteerd aan T cellen, terwijl later donor APC afgebroken wordt en opgenomen door eigen APC en weer gepresenteerd waardoor afstotingsreactie
27
3 situaties van nature antistoffen opwekken
eerdere transplantatie bloedtransfusie zwangerschap
28
waardoor en waartegen hyperacute afstotingsreactie
tegen HLA of bloedgroep Ab's doordat er eerder Ab's zijn opgewekt
29
Mogelijke oorzaken chronische afstotingsreactie
hypertensie, hyperlipidemie, geneesmiddelentoxiciteit, virale infectie, late effecten reperfusieschade, terugkeer oorspronkelijke ziekte
30
gevolg chronische afstotingsreactie
vaatschade door BW-vorming waardoor slechte doorbloeding proliferatie myofibroblasten hypertrofie tunica intima, neo-intima
31
Factoren van aangeboren afweer die rol spelen bij allogeniciteit donororgaan
Reden ziekte/overlijden donor duur hersendood mate van iscehmie/reperfusieschade operatieprocedure
32
mechanisme afstotingsreactie
leukos en complement activatie cytokineproductie
33
methoden HLA-typering
Serologisch: alleen klasse I, welke HLA mol aanwezig, Ab's? door bekende HLA-mol en reactie Moleculaire: beide klasses: PCR-amplificatie sequence-spec primers DNA-sequentie-analyse
34
3 voorwaarden GVHD
1. Immuuncompetente T-cellen aanwezig in transplantaat 2. Donor & ontvanger HLA-incompatibel 3. Ontvanger immuundeficient
35
Tuberculose therapie
tuberculostatica: INH, rifampicine, ethambutol, pyrazinamide
36
Immunosuppressieve medicatie na een transplantatie
Prednison en cyclosporine
37
Voorbeelden gekapselde bacterien
H. influenzae, S. pneumoniae, N. meningitidis
38
Waardoor wordt afweer tegen gekapselde bacterien verzorgd
Immunoglobulines, complement en de milt
39
Waardoor kan de milt afunctioneel zijn
SLE, Hodgkin
40
Afwijkingen met risico op infectie met gekapselde bac
Ig-tekort (aangeboren of verworven) complement deficientie HIV spenectomie of afunctionele milt Kahler/CCL
41
Catalase positieve verwekkers SPACE
Staf. aureus Pseudomonas Aspergillus Candida Enterobacteriaceae ((= grootste groep van Gram negatieve staven, zoals: Serratia marcescens, Escherichia coli, Klebsiella Proteus, Salmonella) etcetera (Burkholderia cepacia, Nocardia spp) niet: S. pneumoniae, S. pyogenes, H. influenzae (hebben géén catalase!)
42
GVHD MiHA
polymorfe ew kunnen verschillen (allontigenen), vb: H-Y antigenen
43
Acute GVHD target organen top 3
Huid (roodheid, schilfering, blaarvorming en volledige afstoting) Darm (verdwijnen darmepitheel, ernstige diarree) Lever: icterus
44
Belangrijkste RF ontstaan acute GVHD
mate van HLA-match
45
Pathogenese acute GVHD
1. Epitheliale weefselschade door voorbereiding op transplantatie 2. Cytokinen en lipopolysachariden komen vrij 3. APC geactiveerd en migreert naar lymfeklier waar donor T-cellen zijn 4. Donor T geactiveerd en cytokineproductie 5. Toename weefselschade door cyt T-cellen, NK-cellen en andere pro-inflammatoire cytokinen die terug op plek van schade nog meer weefselschade induceren
46
Nadelen T-cellen depletie ter preventie van GVHD
niet aanslaan transplantaat grote kans optreden van recidief (hematologische maligniteiten)
47
Middel dat risico op acute of mn! chronische GVHD drastisch vermindert
Cyclofosfamide
48
Glucocorticosteroide effecten
remt granulocytenfunctie en T-cellen gaan in apoptose, bloedvaten slechter, botresorptie neemt toe, anti-inflammatoir, glucose- en vetmetabolisme
49
Effecten glucocorticosteroiden
lager: genomische effecten = activatie en onderdrukking bep genen bij hogere dosis: niet genomische effecten in cytoplasma, op membraan corticosteroidenreceptor -> acute apoptose T-cellen
50
Verschil dexamethason met prednison en cortisol
Dexa is 25x zo sterk als cortisol-> haalt geen Natrium uit nier dus leidt niet tot hypertensie EN passeert placenta wel!! Dus bij behandeling foetus geef je dexamethason
51
Bijwerkingen prednison
Cushing uiterlijk osteoporose Dm psychose infecties Huidbloeding
52
Wanneer gebruik je mycofenoolzuur MPA (remt lymfocytenproliferatie)
bij een transplantatie SLE Uveitis
53
Alkyerende drugs veroorzaken DNA breuken door crosslinks, wat zijn de indicaties
Levensbedreigende situaties, acute orgaan schade vasculitis SLE
54
Bijwerkingen Alkylerende drugs
sterilisatie infecties 2aire kwaadaardige aandoeningen hemo? cystitis
55
Behandeling reumatoide artritis 1x/week!
Methotrexaat in lage doseringen!
56
Methotrexaat bijwerkingen
Meestal valt mee maar BM onderdrukking -> leukopenie levertoxisch ernstige longafwijkingen teratogeen fibrosering onderste longvelden
57
Wat geef je bij lever- en niertransplantatie
Calcineurine-blokkers: cyclosporine (vroeger) Tacrolimus: remt T cellen in interleukines
58
Bijwerkingen calcineurine
nierfibrose huidtumoren bij langdurig gebruik relapse EBV en andere infecties maligniteit tremor
59
probleem enthesitis = aanhechtingspunt hechting ontstoken
ligt diep en moeilijk te diagnostiseren slecht gevasculariseerd en strak structuur -> zwelt niet en wordt niet warm
60
Dactylitis (andere spondylarthropathie)
hele vinger opgezwollen, soms met sarcoidose of darmontstekingen
61
Wat zie je bij AP
erosies, gewrichtsspleet, osteofyten, osteolysis, periostitis
62
Behandeling PA
Methotrexaat (psoriasis en artritis) evt sulfa? SASP/HCQ toevoegen Biological TNF blokker/IL17 IL12/23 blokker, JAK remmer
63
T regulatoire T cellen mechanisme
IL-2 wegvangen (groeifactor Tcellen) IL-10 en TGF-B produceren (anti-inflammatoir) Co-stimulatoire en inh mol tot expressie: CTLA4 die aan CD80/86 bindt -> APC geblokkeerd Productie cytotoxische granzymen
64
Sympathische oftalmopathie
trauma 1 oog -> vrijkomen afgeschermde Ag -> lymfe -> T-cellen actief -> terug beide ogen