Hoorcollege2 Flashcards

1
Q

materieel strafrecht

A
  • welke gedrag is nu strafbaar en welk straf daar opstaat
  • inhoud van strafrecht, werkelijkheid
  • Sr
  • Strafrecht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

formeel strafrecht

A
  • vorm waarin het strafrecht tot uiting komt en regels betreffende strafrechtelijke procedures
  • verwijzenlijking van het materiele strafrecht
  • Sv
  • Strafprocesrecht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

bronnen van straf en strafprocesrecht

A
  • wet
  • algemene rechtsbeginselen
  • jurisprudentie
  • verdrag
  • juridische literatuur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wet in formele zin

A

vastgesteld door de regering en S-G gezamenlijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wet in materiele zin

A

dit zijn iedere door het daartoe bevoegde overheidsgezag vastegestelde, algemene, burgers bindende regelingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

doleuze delict

A

opzet van de verdachte op het gevolg te worden bewezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

culpoze delicten

A

delicten waarbij dient te worden bewezen dat het gevolg aan de schuld van de dader is te wijten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

misdrijven

A
  • boek 2
  • formele wetgever kan misdrijven scheppen, lagere wetgever niet
  • straffen zwaarder dan overtredingen
  • subjectieve bestanddelen(opzet en culpa) spelem belangrijke rol
  • poging en voorbereiding strafbaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

overtredingen

A
  • boek 3
  • formele en lage wetgever kan overtredingen scheppen
  • straffen minder zwaar dan misdrijven
  • subjectieve bestanddelen spelen geen belangrijke rol
  • poging en voorbereiding niet strafbaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Legaliteitsbeginsel

A

art 1 Sr nulla poena beginsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

lex certa

A

wet mag niet te onduidelijk zijn, eist van de wetgever dat de delictsomschrijving voldoende concreet duidelijk maakt welke gedragingen strafbaar zijn, zodat de burger voldoende in staat is zijn gedrag daarop af te stemmen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

lex scripta

A

vereist dat de wet geschreven is, en dat bij de interpretatie van wettelijk strafbepalingen zo dicht mogelijk bij geschreven bewoordingen van de wet dient te worden gebleven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

verbod op terugwerkende kracht

A

terugwerkende kracht strafbaar stellen van gedrag is niet toegestaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

verbod op analogie

A

een wettelijke bepaling mag niet op een geval naar anologie worden toegepast waarvoor die bepaling niet bedoeld is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

interpretatiemethode

A
  • taalkundige: grammaticale, taalkundige interpretatie, blijven bij de letterlijk betekenis van de wet
  • wetshistorische: naar de bedoeling die de wetgever destijds heeft gehad
  • wetssystematisch: aan het systeem van de regeling waarvan dat art deel uitmaakt
  • teologische: gaat om de doel, de strekking en ratio van strafbepaling
  • *rechtsvergelijkende: rechter vergelijkt met andere rechtssystemen uit het buitenland
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

drie dimensie legaliteitsbeginsel

A
  1. constitutionele dimensie: taakverdeling drie machten trias politica
  2. rechtsbeschermende functie: biedt rechtsgelijkheid en rechstzekerheid, belangrijk rechtsbescherming voor burgers
  3. Generaal-preventie dimensie: zorgt ervoor dat burgers zich onthouden van bepaald ongewenst gedrag omdat het strafbaar is
17
Q

HR onbehoorlijk gedrag

A

schendt de term “onbehoorlijk gedrag” de lex certa beginsel?
Het legaliteitsbeginsel houdt dus in dat een gedraging alleen strafbaar is als het voldoet aan een duidelijke delictsomschrijving. Volgens de Hoge Raad is het echter onvermijdelijk dat zich soms ‘vage’ termen voordoen. Dit zorgt ervoor dat open formulering mogelijk is, opdat er meerdere interpretaties mogelijk zijn. Anders worden delictsomschrijvingen te concreet.

In casu werd de term “onbehoorlijk gedrag” gebruikt binnen de context van stations en treinen. Daaruit valt dan af te leiden wat als “onbehoorlijk gedrag” gezien kan worden. Hier is enige speelruimte in en levert derhalve geen schending van het legaliteitsbeginsel (en vooral het lex certa-beginsel) op.

18
Q

HR Tongzoen

A

Een mag gaf een andere man tegen diens wil een tongzoen, maar is dat nou verkrachting? Is het geven van een tongzoen verkrachting? HR legde een grammaticale interpretatiemethode waar ieder seksueel binnendringen als verkrachting werd gezien. HT keek ook naar de wetshistorische interpretatiemethode en voegde de ratio van deze strafbepaling en art 242 Sr strekt tot het bescherming van de seksuele integriteit: dit is de theologische interpretatiemethode, namelijk de doelstelling. Hr zei dus dat binnendringen binnendringen is, ongeacht van de wijze waarop je dat doet. HR kwam tot een extensieve interpretatie: ruime uitleg.

19
Q

HR Tongzoen II

A

Volgens de Hoge Raad is een gedwongen tongzoen nog steeds strafbaar, maar vanaf heden als aanranding en niet meer als verkrachting. Daarmee komt de maximale strafmaat voor een dergelijke gedraging uit op acht jaar cel in plaats van twaalf jaar.

De reden voor deze ommezwaai van de Hoge Raad is gelegen in het feit dat een gedwongen tongzoen in het maatschappelijk verkeer niet wordt beschouwd als verkrachting en dat een dergelijke gedraging niet op één lijn kan worden gesteld met geslachtsgemeenschap of een daarmee vergelijkbare gedraging. Ook overweegt de Hoge Raad dat de dader van een gedwongen tongzoen niet langer een strafblad met de vermelding “verkrachting” op zijn naam heeft staan hetgeen grote maatschappelijke gevolgen heeft.

20
Q

HR Runnescape

A

is er bij virtuele objecten sprake van een goed?