Hoorcollege 7: Diagnostische Instrumenten; Intelligentie Test Flashcards
Onderzoeksmiddelen
Psychologische test / interview / observatie / dossieranalyse
Objectiviteit / betrouwbaarheid / validiteit / normen / kosten-baten
Zelfde resultaat onafhankelijk van testafnemer / benadert instrument werkelijke score / meet het instrument wat het moet meten / vergelijking norm populatie mogelijk/ praktisch haalbaar
Intelligentie
- het vermogen tot inzicht en begrip van het dagelijks leven, adaptatie aan veranderende omgeving
- nadruk op redeneervermogen, plannen, probleem oplossen, abstract denken, begrijpen complexe ideeën, snelheid van leren
- niks te maken met creativiteit, karakter of persoonlijkheid
Wat is gekristalliseerde intelligentie en hoe meet je het?
Aangeleerde kennis en vaardigheden (taalontwikkeling)
Met verbale tests
Wat is vloeiende intelligentie en hoe meet je het?
Aangeboren aanleg/intelligentie
Meten met niet-verbale tests
Welke intelligentie modellen zijn er?
- Spearman’s twee-factoren theorie
- Thurstone’s “Primary Mental Abilities”
- Guilfords “Structure of Intellecy”
- Vernon hiërarchisch model
Spearman’s twee-factoren theorie
Algemene factor G en specifieke factor S bepalen het intelligentieniveau. Geven positieve correlaties tussen alle intelligentietaken.
Indifferentie of indicator = elke taak in een even goede indicator van intelligentie
Onderliggende principes G factor
- begrijpen van eigen ervaring en hieruit leren
- inductief redeneren
- deductief redeneren
Thurstone’s primary mental abilities
7 factoren (onafhankelijke vaardigheden)
Taken bleken niet zo onafhankelijk te zijn en hangen wel degelijk samenhang, wel evidentie voor clusters
Guilford’s structure of intellect
120 soorten intelligentie
5 operaties/ 4 inhouden / 6 producten
Speelt vandaag de dag geen grote rol meer, uit onderzoek bleek dat er toch samenhang was waardoor er niet 120 verschillende vormen waren
Vernon’s hiërarchisch model
Meest accuraat
Brede factor ; Spearman’s G
Twee brede groepsfactoren
Kleinere groepsfactoren
CHC Catell-Horn-Carroll
Onderlinge G factor
Tegelijkertijd brede vaardigheden die je kunt onderscheiden om bepaalde taken te categoriseren
VBI (Verbaal begripsindex / gekristalliseerde intelligentie)
Begrijpen , redeneren en communiceren met/van verbale informatie
Overeenkomsten & woordenschat
VRI (Visuele-ruimtelijke index)
Vermogen om visuele details waar te nemen en visueel-ruimtelijke samenhangwaar te nemen
Blokpatronen & figuur samenstellen
FRI (Fluïde-redeneer index)
Vermogen om nieuwe problemen op te lossen
Matrix redeneren & gewichten & rekenen