Hoorcollege 5 Flashcards

Hoofdstuk 13 (occipitale lobes en netwerken) & 14 (parietale kwabben en netwerken)

1
Q

Visuele gebieden in de occipitaalkwab (V1-V5) – elementaire visuele perceptie (plaats, vorm, kleur, beweging, herkenning objecten)

A

Frontale cortex = Actief visueel zoekgedrag & selectieve visuele aandacht voor buitenwereld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Visuele netwerken / banen voorbij de occipitaalkwab

Vanuit V1 en V2 parallelle projecties naar andere corticale gebieden:

via de dorsale stroom naar de ….. cortex = …

via de ventrale stroom naar de ….. cortex = …

via de superior temporaal sulcus (STS) naar de … cortex = …

A

Parietale cortex via dorsale stroom (zoals grijpen, vangen, onwijken) = Automatische visuele geleiding vna bewegingen in de richting van (bewegende) objectien of er vandaan & egocentrische ruimtebepaling (= Bepaling van ruimtelijke locatie van objecten ten opzichte van waarnemer)

Onderste deel temporale cortex via ventrale stroom = Visuele herkenning van objecten zoals voorwerpen, handen, gezichten

Cortex bovenste temporale sulcus via de superior temporal sulcus (STS) = visuospatiele functies, zoals ruimtelijke localisatie van objecten, ruimtelijk geheugen en perceptie van bepaalde typen bewegingen (zoals lichaamstaal) & allocentrische ruimtebepaling (= bepaling van ruimtelijke locatie van objecten ten opzichte van elkaar)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Basale visuele stoornissen

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hemianopia =

A

Gedeeltelijke uitval van visuele veld aan een of twee ogen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Uitval van subjectieve visuele sensaties door een lesie van V1 (occipitale kwab)

A

Corticale blindheid

Blindsight = patient kan plaats, kleur of beweging van de stimulus detecteren zonder de stimulus bewust te ‘zien’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Lesies in V3 & V4 leiden tot

A

verlies van vormperceptie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Lesies in V4 leiden tot

A

corticale kleurenblindheid en, in bepaalde gevallen, verlies van vermogen tot voorstelling of herinnering van kleuren, zelfs tijdens dromen (verlies van kleurcognitie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Lesies van V5 leiden tot …

A

Niet zien van bewegende objecten; object wordt wel gezien als het niet beweegt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Rechter helft visuele veld komt op de Linker helft van iedere retina, die projecties stuurt naar de Linker hemisfeer (en vice versa).
Schade aan V1 zorgt meestal voor …

Verschillende onderdelen van het visuele veld worden topografisch
gerepresenteerd in delen van V1.
Schade aan een specifiek gebied in V1 zal leiden tot …

A

… zichtproblemen aan BEIDE ogen (1 visueel veld), terwijl schade BUITEN het centrale zenuwstelsel effect heeft op 1 oog

… ‘zichtsverlies’ in een specifiek deel van de visuele wereld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Cognitieve visuele stoornissen

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Visual agnosie komt door lesies in de ….

A

ventrale stroom en dorsale stroom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Verschillende vormen van visuele agnosie door lesies in de ventrale stroom … (5)

A

Apperceptieve agnosie
Associatieve agnosie
Prosopagnosia
Visuospatiele agnosie
Alexie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Problemen met herkennen van voorwerpen en ruimtelijke patronen, zoals handschrift. visuele stoornis in de …. stroom

A

Visuele object agnosie

ventrale

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wel waarneming van elementaire aspecten van de stimulus, maar geen compleet mentaal beeld van objecten; meestal bij grote bilaterale of R-zijdige lesies. visuele stoornis in de …. stroom

A

Apperceptieve agnosie

ventrale

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Niet herkennen en kunnen kopieren van vorm van objecten. Visuele stoornis in de …. stroom

A

Visuele vormagnosie

ventrale

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Slechts een object tegelijk waarnemen. Visuele stoornis in de …. stroom

A

Simultaanagnosie

ventrale

17
Q

Wel vorming van geintegreerd beeld, dit ook kunnen kopieren, maar niet kunnen identificeren; meestal bij L-zijdige lesies.

visuele stoornis in de … stroom

A

Associatieve agnosie

ventrale

18
Q

Het niet herkennen van identiteit van gezichten. visuele stoornis in de … stroom

A

Prosopagnosie

ventrale

19
Q

Waarneming en herkenning van ruimtelijk omgeving. visuele stoornis in de …. stroom

A

Visuospatiele agnosie

ventrale

20
Q

Herkennen van letters OK, problemen met integratie tot een woord of herkenning van het woord, meestal bij L-zijdige lesies.

Visuele stoornis in de …. stroom

A

Alexie

ventrale

21
Q

Visuele stoornissen in de dorsale stroom?

A

Optische ataxie

22
Q

Stoornissen in visueel geleide bewegingen, zoals grijpen of ontwijken van voorwerpen.
visuele stoornis in de …. stroom

A

optische ataxie in de dorsale stroom

23
Q

In de …. kwab is de …. stroom die zorgt voor de biologische beweging.

A

Occipitale ; STS

23
Q

In de …. kwab is de …. stroom die zorgt voor het herkennen van stimulus

A

occipitale ; ventrale

24
Q

In de …. kwab is de …. stroom die zorgt voor het begeleiden van actie in de ruimte.

A

Occipitale kwab ; dorsale stroom

25
Q

Parietale gebieden en verbindingen

27
Q

Functie van parietale gebieden

Primaire somatosensotische cortex stuurt informatie naar de
- secondair somatosensotische cortex = voor verdere verwerking (= herkenning) van tast stimuli
- Primaire

Posteriore parietale cortex
- secondair somatosensotische cortex = voor verdere verwerking (= herkingen) van tast stimuli
- polymodal cortex

28
Q

Somatosensorische symptomen na parietale lesies

29
Q

Symptomen van posterieure parietale schade

30
Q

Assessment