Hoorcollege 4, Wat is wetenschap? Flashcards

1
Q

Wat zijn voorbeelden van wetenschap?

A
  1. Natuurkunde
  2. Scheikunde
  3. Biologie
  4. Psychologie
  5. Antropologie
  6. Economie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn voorbeelden van aspecten die geen wetenschap zijn?

A

bv, kunsten, muziek, architectuur, en theologie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe komt religie overeen met wetenschap, en wat is het verschil?

A

Ze proberen ook om de waarneembare werkelijkheid te beschrijven , verklaren en voorspellen , maar er wordt geen empirisch bewijs gebruikt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat hebben de verschillende takken van wetenschap gemeen?

A

Ze proberen om de waarneembare werkelijkheid te beschrijven , verklaren en voorspellen .

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarom is geschiedenis geen wetenschap?

A

Het beschrijft en verklaart wel, maar voorspelt niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe zag de tijdlijn van de geschiedenis van de wetenschap eruit?

A
  1. 3500 v. Christus, wetenschap in het midden-Oosten
    * Babylonische astronomie
    * Oude Egypte droeg significant bij aan astronomie, wiskunde en geneeskunde
  2. 500 v. Christus, wetenschap in Griekenland
    * Wiskunde van Pythagoras
    * Biologie an Aristoteles
    * Geneeskunde van Hippocrates.

India en China hebben ook belangrijke contributies gemaakt, in het bijzonder in de astronomie en wiskunde

  1. 1500 - 1700: Moderne wetenschap onstaat in Europa.
  • Tot die tijd de dominante theorie van Aristoteles.
  • Copernicaanse revolutie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat was de dominante theorie van Aristoteles tot de moderne wetenschap ontstoond in 1500 - 1750

A
  1. Alle dingen bestaan uit vier elementen.
  2. De aarde is het middelpunt van het universum
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een Geocentrisch wereldbeeld ?

A

De aarde is het middelpunt van het universum.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wie was Copernicus?

A

Copernicus was de eerste die bedacht dat het universum niet om de aarde draaide, maar het universum grofgezegd rond de zon draaide.

  • Hij stelde tevens dat hoe lang een planeet erover doet om om de zon te draaien iets zegt over de afstand tot de zon.
  • Zijn ideeën werden verworpen en hij werd geschorst door de Katholieke kerk. Zijn ideeen mochten ook niet besproken worden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat wordt er bedoeld met de Copernicaanse revolutie?

A

De verschuiving van het geocentrische wereldbeeld naar het heliocentrische wereldbeeld .

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat wordt er bedoeld met het Heliocentrische wereldbeeld ?

A

Dat de verschillende planeten rondom de zon draaien, ipv dat het universum rondom de aarde draait.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarom is de wetenschappelijke revolutie belangrijk?

A
  • Dogma’s worden verworpen, waarneming en logica wordt bron van kennis,
  • Geboorte van de moderne wetenschap > verantwoordelijk voor heel veel maatschappelijke ontwikkelingen.
  • Industriële revolutie (1760 -1840), hierdoor kunnen we op grote schaal produceren.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wie was Isaac Newton (1642 - 1726)

A
  • Schreef het boek principia
  • ** 3 Wetten van beweging**.
  • Wet van de zwaartekracht .
  • Verklaring voor de beweging van alle objecten (planeten, vogels etc.)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wie was ** Charles Darwin ** 1809 - 1892

A

Survival of the fittest en evolutie,
verklaring van de eigenschappen en diversiteit van organismes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wie hebben de structuur van DNA ontdekt (1953).

A

James Watson en Francis Crick

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat onderzoeken de natuurwetenschappen?

A

De dode en levende natuur, op te delen in:

  • Natuurkunde
  • Scheikunde
  • Aardwetenschappen
  • Biologie
14
Q

Wat onderzoeken de sociale wetenschappen?

A

De sociale wetenschappen onderzoeken mens en gedrag. Onder te verdelen in:

  • Psychologie
  • Antropologie
  • Bedrijfskunde
  • Politicologie
  • Communicatiewetenschappen
15
Q

Wat onderzoeken de Geestewetenschappen?

A

De geestewetenschappen bestuderen de “geestesproducten” van de mens.

  • Linguïstiek
  • Geschiedenis
  • Filosofie
  • Muziekwetenschap
  • Literatuurwetenschap
  • Kunstgeschiedenis
  • Theologie
16
Q

Wat is het verschil tussen klassieke wetenschappen en toegepaste wetenschappen.

A

Toegepaste wetenschappen passen de principes verworven uit de natuurwetenschappen en sociale wetenschappen toe.

** Het doel is dus niet kennis genereren, maar toepassen **

17
Q

De wetenschappelijke methode is niet heel eenduidig en verschillen per vakgebied, maar een aantal zaken zijn wel vereist. Welke ?

A
  1. Replicatie : De resultaten moeten herhaalbaar zijn
  2. Externe review : De resultaten worden door experts in het vakgebied beoordeeld.
  3. Publicatie : Als het onderzoek wordt goedgekeurd door reviewers, dan wordt het gepubliceerd in een wetenschappelijk tijdschrift.
18
Q

Waar houdt Wetenschapsfilosofie? zich mee bezig ?

A

Houdt zich bezig met het kritisch onderzoek naar de
vooronderstellingen, de methoden, en de resultaten van de
wetenschappen

19
Q

Met welke drie deelaspecten houdt wetenschapsfilosofie zich bezig?

A
  1. Epistemologie : Zijn wetenschappelijke theorieën waar?
  2. Metafysica : Bestaan wetenschappelijke entiteiten (atomen, genen, zwarte gaten etc. ) echt?
  3. Ethiek Welke morele verplichtingen hebben wetenschappers naar de samenleving toe?
20
Q

Hoe kunnen we het verschil tussen wetenschap en pseudowetenschap maken?

A

Volgens *Karl Popper (1902 - 1994) * moet een hypothese falsificeerdbaar zijn. Oftewel, de hypothese moet te weerleggen zijn.

  • bv. de hypothese “God bestaat” is niet te weerleggen.
21
Q

Het atoommodel ?

A
  1. Democritus (460 v.Chr - 370 v.Chr) : Democritus was een van de eerste mensen die het concept van het atoom voorstelde. Hij dacht dat alles was opgebouwd uit kleine, ondeelbare deeltjes die hij “atomen” noemde.
  2. 1897 - J.J. Thomson - ontdekking van het elektron : J.J. Thomson ontdekte het elektron en stelde **een model voor waarin elektronen waren ingebed in een positief geladen ‘pudding’ ** , het “pruimenpuddingmodel”.
  3. 1911 - Ernst Rutherford - atomen hebben een kern : Rutherford toonde aan dat atomen een kleine, dichte, positief geladen kern hebben in het midden, met elektronen die eromheen bewegen.
  4. 1912 - Niels Bohr - elektronen hebben een baan : Bohr stelde voor dat elektronen in vaste banen rond de kern bewegen , vergelijkbaar met planeten rond de zon.
  5. Kwantummechanica en elektronenwolken : De kwantummechanica beschrijft elektronen als “wolken” of “waarschijnlijkheidsverdelingen” rond de kern, in plaats van in vaste banen. Elektronen kunnen niet precies gelokaliseerd worden, maar hun waarschijnlijkheid om op een bepaalde plaats te zijn, kan worden berekend.
22
Q
A