hoorcollege 4 Flashcards

ontwikkeling

1
Q

de ontwikkeling van het zenuwstelsel begint al zeer vroeg in de zwangerschap en verloopt in verschillende fasen.
Het proces gaat als volgt:

drie weken na de bevruchting: (3)
vier weken:
7-14 weken:
7 maanden:
9 maanden:

A
  • Drie weken na de bevruchting
    (1) Dag 18: neurale plaat: een plat stuk weefsel dat ontstaat op de rug van het embryo. Dit is het begin van de structuur die later ons hele zenuwstelsel zal vormen.
    (2) Dag 21: neurale groeve: dit is een belangrijke fase omdat de vorming hiervan de basis legt voor de vorming van de hersenen en het ruggenmerg
    (3) Dag 22: neurale buis: deze structuur vormt de basis voor het hele zenuwstelsel
  • Vier weken na de bevruchting
    Vorming van het voor-, midden- en achterbrein. Het brein begint zich op te splitsen in deze drie delen.
  • 7-14 weken na de bevruchting begint het embryo steeds meer op een mens te lijken. Dit is ook de tijd waarin de hersenen aanzienlijk groeien en de zenuwcellen zich vermenigvuldigen en verbinden.
  • 7 maanden na de bevruchting: gyri (heuvels) en sulci (groeven) beginnen in de hersenen te verschijnen. Dit geeft de hersenen hun gekarakteriseerde geplooide uiterlijk en zorgt ervoor dat er meer hersenweefsel in de schedel past.
  • 9 maanden: brein lijkt op een volwassen brein, maar is nog niet volledig ontwikkeld. Veel functies, zoals complexe cognitieve vaardigheden en emotionele regulatie, blijven zich na de geboorte verder ontwikkelen. Vooral tijdens de kinderjaren en adolescentie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

De groei en ontwikkeling van neuronen, oftewel zenuwcellen, verloopt in verschillende fasen en begint al vroeg in de ontwikkeling van een embryo.

benoem korte alle fasen (in steekwoorden)

A
  1. neurogenese (geboorte van neuronen)
  2. De stamcellen ontwikkelen zich tot progenitorcellen
  3. progenitorcellen specialiseren zich verder in neuroblasten (voorlopers van neuronen) en glioblasten (voorlopers van ondersteunende cellen, zoals gliacellen).
  4. migratie
  5. differentiëren
  6. maturatie
  7. synaptogenese
  8. celdood (apoptose) en synaptische pruning
  9. myelinisatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

neurogenese

A

De geboorte van neuronen: neurogenese.
Dit vindt plaats in de neurale buis, waar stamcellen ontstaan in de subventriculaire zone.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

De meeste neuronen zijn klaar tegen de (1) ……. maand van de zwangerschap, maar de geboorte van nieuwe neuronen gaat door tot het kind ongeveer (2) …….. jaar is.

Er worden (3) wel/niet gedurende het hele leven nieuwe neuronen geboren in bepaalde hersengebieden, zoals de hippocampus.

A

(1) 5e maand
(2) 5 jaar
(3) wel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

migratie

A

Na hun geboorte gaan de nieuwgevormde neuronen op migratie. Ze verplaatsen zich naar hun uiteindelijke locaties in de hersenen.

Deze neuronen werden eerder geproduceerd in de subventriculaire zone, waarna ze d.m.v. radiale gliacellen en chemische signalen naar hun juiste plek in het brein worden geleid. Neuronen hechten zich aan de radiale gliacellen en klimmen als het ware langs deze cellen naar buiten, naar hun bestemming.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Zodra de neuronen hun bestemming hebben bereikt, gaan ze differentiëren

wat houdt dit proces in

A

Zodra de neuronen hun bestemming hebben bereikt, gaan ze differentiëren, oftewel specialiseren. In dit proces krijgen de neuronen hun uiteindelijke voor en karakteristieken, waarbij ze een specifiek type neuron worden. Deze specifieke eigenschappen stellen de neuronen in staat om hun functies uit te voeren, afhankelijk waar ze zich in de hersenen bevinden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

maturatie

A

neuronen ondergaan ze een proces van maturatie, waarbij ze zowel axonen als dendrieten vormen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Axonen

A

lange uitlopers die signalen doorgeven aan andere cellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Dendrieten

A

vervlakte structuren die signalen ontvangen van andere neuronen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

synaptogenese

A

Tijdens synaptogenese worden synapsen gevormd, de contactpunten tussen neuronen waarlangs informatue wordt overgedragen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

waarom is de synaptogenese een cruciaal moment in de ontwikkeling van het zenuwstelsel?

A

omdat het de basis legt tussen communicatie tussen verschillende delen van de hersenen en het lichaam. Tussen de geboorte en de leeftijd van 2 jaar groeit het aantal synapsen exponentieel, met uiteindelijk 100 triljoen synapsen in het brein.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

“Niet alle neuronen en synapsen overleven de ontwikkeling: er vindt een proces van celdood (apoptose) en synaptische pruning plaats,”

wat houdt dit proces in?

A

waarbij overtollige neuronen en verbindingen die niet worden gebruikt, worden geëlimineerd. Tussen de 40-75% van de neuronen die bij je geboorte hebt, overleven dit proces niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

De wet van Hebb: “What fires together, wires together”

A

volgens deze wet worden verbindingen tussen neuronen sterker wanneer ze herhaaldelijk worden geactiveerd, terwijl verbindingen die niet worden gebruikt, uiteindelijk verdwijnen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

myelinisatie

A

Tijdens het proces van myelinisatie worden de neuronen bedekt met een isolerende laag myeline, waardoor elektrische signalen sneller en efficiënter door axonen worden geleid. Dit proces begint heel vroeg en gaat lang door, waarbij verschillende hersengebieden op verschillende momenten worden gemyeleerd. Eerst de sensorische en motorische gebieden, en later de gebieden die verantwoordelijk zijn voor hogere functies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

de ontwikkeling van neuronen is een wederkerig proces.

leg uit

A

de ontwikkeling van neurale verbindingen is afhankelijk van ervaring en omgeving. De hersenen bepalen niet onafhankelijk alles: ze worden ook beïnvloed door wat je meemaakt en wat je doet. Dit is een wederkerig proces waarin zowel de hersenen als de omgeving samen de ontwikkeling sturen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Prenatale hersenontwikkeling is een uiterst kwetsbaar proces

leg uit

A

Omgevingsfactoren zoals voeding, hormonen, infecties, toxische stoffen en stress kunnen allemaal een verstorende invloed hebben, wat soms blijvende gevolgen heeft voor de hersenstructuur en functie van het kind.

17
Q

Plasticiteit

A

is het vermogen van de hersenen om zich aan te passen en te veranderen op basis van ervaringen en de omgeving. Dit is een van de belangrijkste eigenschappen die ons in staat stelt om te leren en ons aan te passen aan de omgeving. De hersenen passen zich voortdurend aan door nieuwe synapsen, de verbindingen tussen neuronen, te vormen om onnodige synapsen te elimineren. Hierdoor blijven ze flexibel en kunnen ze zich aanpassen aan nieuwe situaties en uitdagingen.

18
Q

“door plasticiteit passen de hersenen zich voortdurend aan door nieuwe synapsen, de verbindingen tussen neuronen, te vormen om onnodige synapsen te elimineren. Hierdoor blijven ze flexibel en kunnen ze zich aanpassen aan nieuwe situaties en uitdagingen.”

hoe wordt deze flexibiliteit ook wel genoemd?
waartoe stelt deze flexibiliteit mensen in staat?

A

Deze flexibiliteit, ook wel synaptische plasticiteit, stelt mensen in staat te overleven in verschillende omgevingen en onder verschillende omstandigheden.

19
Q

Plasticiteit neemt naarmate we ouder worden af.

licht dit toe

A

Als kinderen hebben we het vermogen om vrijwel alles te leren. De hersenen zijn hier minder gespecialiseerd en staan meer open voor nieuwe ervaringen. Naarmate we ouder worden, worden hersenverbindingen steeds stabieler en meer gespecialiseerd. Hierdoor wordt het moeilijker om nieuwe vaardigheden aan te leren. Deze stabiliteit heeft ook voordelen: volwassenen worden vaak efficiënter in de dingen die ze al kunnen, ze doen taken sneller met minder inspanning.

20
Q

De tijdlijn voor plasticiteit verschilt per hersengebied en functie.

A
  • Vroege plasticiteit is het meest uitgesproken voor basisvaardigheden zoals sensorische verwerking.
  • Later in de ontwikkeling zijn de hersenen plastisch voor taalverwerving
  • Vervolgens zijn de hersenen plastisch voor complexe cognitieve en sociaal-emotionele vaardigheden.
21
Q

Er zijn twee vormen van plasticiteit:

A
  1. Het aanpassingsvermogen van de hersenen aan nieuwe situaties en het leren van nieuwe dingen
  2. Het vermogen van de hersenen om zich te herstellen na schade.
22
Q

Toch zijn jonge hersenen, ondanks hun plasticiteit, ook kwetsbaarder voor schade.

twee voorbeelden: growing into deficit en crowding.

leg deze begrippen uit

A

Ontwikkelende structuren zijn gevoeliger voor verstoring, en de gevolgen van een hersenbeschadiging worden niet altijd meteen duidelijk (= growing into deficit). De beperkingen door een hersenletsel worden pas zichtbaar wanneer ze meer complexe vaardigheden moeten beheersen.

Crowding: een hersengebied dat schade heeft opgelopen, wordt vervangen door een ander hersengebied dat een nieuwe functie overneemt. Hoewel dit helpt bij het herstellen van verloren functies, kan dit ten koste gaan van de oorspronkelijke taak van dat hersengebied. Dit kan betekenen dat het brein wel een oplossing vindt, maar niet altijd zonder nadelen.

23
Q

Gevoelige perioden

A

periodes waarin de hersenen bijzonder gevoelig zijn voor invloeden van buitenaf. Hierin ontwikkelen bepaalde hersengebieden zich versnelt en reageren de hersenen optimaal op specifieke ervaringen. In deze fasen zijn er grote kansen om vaardigheden te leren, zoals motoriek, taal of sociale interacties. Maar diezelfde perioden maken de hersenen ook kwetsbaarder: als de juiste stimulatie ontbreekt of als het kind negatieve ervaringen opdoet, kan dit blijvende gevolgen hebben.

24
Q

De grootste groei van de hersenen vindt plaats in de eerste ……. jaar

A

2

25
Q

De eerste (1) …. jaar zijn cruciaal voor de vorming van grijze stof, de cellen die (2) ……
Dit is ook de periode waarin belangrijke vaardigheden zoals (3) ……. zich beginnen te vormen.

A

(1) 5
(2) de cellen die verantwoordelijk zijn voor de verwerking van informatie.
(3) taal

26
Q

Baby’s tonen al vanaf de eerste negen dagen na de geboorte verrassende taalvaardigheden

noem hier twee voorbeelden van

A
  1. Baby’s huilen namelijk in het ritme van hun moedertaal
  2. zelfs baby’s van 3-5 dagen oud kunnen onderscheid maken tussen verschillende klanken.
27
Q

De gevoeligheid voor het leren van taal piekt tussen de ….. en …. jaar

A

3 en 7 jaar

28
Q

Na de puberteit hebben mensen vaak een duidelijk hoorbaar accent als ze een nieuwe taal leren.

hoe komt dit?

A

Dit komt doordat hun hersenen minder flexibel zijn geworden voor het oppikken van subtiele klankpatronen.

29
Q

wat motherese/ parenthese

A

Een belangrijk hulpmiddel bij taalontwikkeling is het zogenaamde motherese of parenthese, de manier waarop volwassenen instinctief tegen baby’s praten. Dit kenmerkt zich door een hoge toon, een langzamer tempo en veel herhaling.

30
Q

twee veranderingen in het brein tijdens de adolescentie: (in het kort)

A
  1. De hoeveelheid grijze stof neemt af, terwijl de witte stof juist toeneemt.
  2. De disbalans in de ontwikkeling van verschillende hersengebieden
31
Q

Tijdens de adolescentie verandert de hersenontwikkeling opnieuw. De hoeveelheid grijze stof neemt af, terwijl de witte stof – de verbindingen tussen verschillende hersengebieden – juist toeneemt.

wat is het gevolg hiervan?

A

Dit maakt dat jongeren vaak creatiever zijn dan volwassenen, terwijl volwassenen beter zijn in plannen en organiseren. Jongens hebben gemiddeld meer grijze stof dan meisjes, maar de verschillen zijn minder significant als vaak wordt gedacht: de overlap is groot.

32
Q

wat is de witte stof in de hersenen?

A

de verbindingen tussen verschillende hersengebieden

33
Q

De disbalans in de ontwikkeling van verschillende hersengebieden. De subcorticale gebieden, zoals de nucleus accumbens, die belangrijk zijn voor beloning, al goed functioneren, is de prefontale cortex – het gebied dat verantwoordelijk is voor impulscontrole en besluitvorming – nog volop in ontwikkeling.

wat is hier het gevolg van?

A

Dit leidt vaak tot een spanningsveld tussen emotie en controle: jongeren ervaren sterke emoties en zoeken vaak beloningen, maar hun vermogen om impulsief gedrag te beheersen is nog niet volledig ontwikkeld.

De onderontwikkelde prefontale cortex kan leiden tot risicovol gedrag. De hersenen van jongeren zijn gevoelig voor onmiddellijke prikkels, wat hen vatbaarder maakt voor impulsieve beslissingen, vooral in sociale situaties.