Hoorcollege 1 - Introductie en DSM-5 Flashcards

1
Q

Persoonlijkheidsstoornis

A

Een langdurig patroon van ervaringen en gedrag dat afwijkt van de verwachtingen van de cultuur, dat overal aanwezig en inflexibel is, wat begint in de adolescentie, stabiel is over tijd en leidt tot lijden of beperkingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

3 kenmerken persoonlijkheidsstoornis

A

Pervasief, Persistent, Pathologisch (Overal aanwezig, Voortdurend, Ziekte betreffend)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

PS-clusters

A
  • Cluster A: Vreemd, Excentriek, Raar
  • Cluster B: Dramatisch, Emotioneel, Onvoorspelbaar, Egocentrisch
  • Cluster C: Angstig, Bezorgd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Stoornissen Cluster A

A

1) Paranoïde PS
2) Schizoïde PS
3) Schizotypische PS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Stoornissen Cluster B

A

1) Antisociale PS
2) Borderline PS
3) Histrionische PS
4) Narcistische PS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Stoornissen Cluster C

A

1) Vermijdende PS
2) Afhankelijke PS
3) Obsessief-Compulsieve PS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Paranoïde PS

A

Zó wantrouwend en achterdochtig naar anderen, dat hun motieven als kwaadwillig worden geïnterpreteerd

(Mark Zuckerberg, The Social Network)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Paranoïde PS: 4/7 criteria

A

1) Ongegrond wantrouwend

2) Twijfelt aan loyaliteit

3) Terughoudend

4) Bedreiging in goedaardige opmerkingen lezen

5) Wrok koesteren

6) Zich onterecht aangevallen voelen

7) Vaak het idee dat partner vreemdgaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Schizoïde PS

A

Onthechting van sociale relaties en een beperkt scala aan expressie van emoties in interpersoonlijke omgevingen

(Einzelgänger, kil: Patrick Bateman)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Schizoïde PS: 4/7 criteria

A

1) houdt niet van nauwe relaties

2) kiest eenzame activiteiten

3) weinig interesse in seks met een ander

4) weinig plezier in activiteiten

5) geen goede vrienden

6) lijkt onverschillig voor kritiek

7) emotioneel kil, afgeplatte affectiviteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Schizotypische PS

A

Sociale en interpersoonlijke tekorten, gekenmerkt door ongemak met hechte relaties, perceptuele vervormingen en excentriek gedrag

(Sociale tekorten, hallucinaties; Willy Wonka)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Schizotypische PS: 5/9 criteria

A

1) Referentie ideeën (valse overtuigingen over anderen)

2) vreemde overtuigingen die gedrag beïnvloeden

3) ongewone percepties

4) vreemd denken en spreken

5) achterdochtig

6) ongepast/beperkt affect

7) vreemd gedrag/uiterlijk

8) gebrek aan vrienden

9) sociale angst die niet
afneemt door bekendheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Antisociale PS

A

Minachting voor en schending van de rechten van anderen, vanaf 15 jaar.

(Kevin Spacey in Se7en)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Antisociale PS: 3/7 criteria (Minstens 18 jaar)

A

1) Niet conformeren aan sociale normen

2) Liegen, oplichting, voor persoonlijk gewin/plezier

3) Impulsief

4) Prikkelbaar en agressief

5) Roekeloze minachtig voor de veiligheid van zichzelf/anderen

6) Onverantwoordelijk

7) Gebrek aan spijt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Borderline PS

A

Instabiliteit van interpersoonlijke relaties, zelfbeeld en affecten en impulsiviteit

(Tiffany, Silver Linings Playbook)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Borderline PS: 5/9 criteria

A

1) Pogingen om verlating te voorkomen

2) Instabiele en intense relaties: afwisseling van uitersten

3) Instabiel zelfbeeld

4) Impulsief op zelfbeschadigende vlakken (uitgaven, seks, etc.)

5) Suicidaal

6) Instabiele affectiviteit

7) Gevoelens van leegte

8) Ongepaste, intense woede

9) Paranoïde gedachten, dissociatie symptomen

17
Q

Histrionische PS

A

Overmatige emotionaliteit en het zoeken naar aandacht

(Regina George)

18
Q

Histrionische PS: 5/8 criteria

A

1) Ongemakkelijk in situaties waarin hij niet het middelpunt van belangstelling is

2) Interactie met anderen is vaak seksueel of provocerend

3) Wisselende en oppervlakkige expressie van emoties

4) Gebruikt fysieke verschijning voor aandacht

5) Overdreven stijl van spreken

6) Zelfdramatisering, theatraliteit

7) Beïnvloedbaar

8) Beschouwt relaties als intiemer dan ze zijn.

19
Q

Narcistische PS

A

Grootsheid, behoefte aan bewondering en gebrek aan empathie

(Gilderoy Lockhart)

20
Q

Narcistische PS: 5/9 criteria

A

1) Groots gevoel van eigenbelang

2) Gepreoccupeerd met fantasieën over succes

3) Gelooft speciaal te zijn, en alleen door andere speciale mensen begrepen te kunnen worden

4) Vereist buitensporige bewondering

5) Onterecht het gevoel ergens recht op te hebben

6) Maakt misbruik van anderen

7) Geen empathie

8) Jaloers

9) Arrogant

21
Q

Vermijdende PS

A

Sociale remming, gevoelens van ontoereikendheid, overgevoeligheid voor negatieve beoordelingen

(Michael Jackson)

22
Q

Vermijdende PS: 4/7 criteria

A

1) Vermijdt activiteiten die veel interpersoonlijk contact vereisen, uit angst voor kritiek

2) Gaat niet met anderen om, tenzij hij weet dat ze hem leuk vinden

3) Terughoudend in relaties, uit angst om bekritiseerd te worden

4) Gepreoccupeerd met afwijzing in sociale situaties

5) Geremd in nieuwe interpersoonlijke relaties, vanwege gevoelens van ontoereikendheid

6) Beschouwt zich als sociaal onbekwaam, onaantrekkelijk of inferieur

7) Terughoudend om nieuwe activiteiten aan te gaan, omdat ze gênant kunnen blijken.

23
Q

Afhankelijke PS

A

Behoefte om verzorgd te worden die leidt tot onderdanig en aanhankelijk gedrag en angst voor scheiding

(Peter Pettigrew)

24
Q

Afhankelijke PS: 5/8 criteria

A

1) Moeite met beslissen zonder advies

2) Anderen nodig om de verantwoordelijkheid voor belangrijke dingen te nemen.

3) Moeite met het uiten van onenigheden

4) Moeite met initiatief nemen

5) Extreem veel moeite doen voor verzorging en steun van anderen

6) Ongemakkelijk gevoel wanneer hij alleen is (angst niet voor zichzelf te kunnen zorgen)

7) Zoekt na relatie dringend een andere relatie als bron van zorg

8) Gepreoccupeerd met angst om voor zichzelf te moeten zorgen

25
Q

Obsessief-Compulsieve PS

A

Preoccupatie met ordelijkheid, perfectionisme en mentale en interpersoonlijke controle, ten koste van flexibiliteit en efficiëntie

(Dolores Umbridge)

26
Q

Obsessief-Compulsieve PS: 4/8 criteria

A

1) Tijdens activiteiten gepreoccupeerd met details/regels

2) Perfectionisme belemmert voltooiing van taken.

3) Toegewijd aan werk

4) Overconsciëntieus, en inflexibel als het over moraliteit gaat

5) Kan versleten of waardeloze dingen niet weggooien, ook zonder sentimentele waarde

6) Terughoudend in samenwerking, tenzij de ander precies doen wat hij wil

7) Gierige bestedingsstijl (geld is voor toekomstige catastrofes)

8) Star en koppig

27
Q

Alternatieve Model voor Persoonlijkheidsstoornissen

A
  • Elimineert Paranoïde PS, Schizoïde PS, Histrionische PS, Afhankelijke PS
  • Definitie PS is gericht op zelf- en interpersoonlijk functioneren
  • Beoordeelt de niveaus van het zelf- en interpersoonlijk functioneren (Mild, extreem)
  • Beoordeelt onderliggende pathologische kenmerken
  • Optie om PS ‘eigenschap gespecificeerd’ te diagnosticeren
28
Q

Criteria PS alternatief model

A

1) Matige/Grote beperking in persoonlijkheidsfunctioneren op het gebied van zelf en anderen (0 = geen beperking, 4 = extreem beperkt)

2) 1 of meer pathologische persoonlijkheidskenmerken:
- Negatieve affectiviteit (angst, agressief)
- Onthechting (anhedonie, wantrouwig)
- Antagonisme (manipulatief, vijandig)
- Disinhibitie (impulsief, onverantwoordelijk)
- Psychoticisme (ongewone ervaringen)

3) eigenschappen zijn stabiel over tijd en inflexibel

29
Q

Antisociale PS Alternatief Model: 6/7 criteria

A

1) Manipulatief
2) Ongevoelig
3) Bedrog
4) Vijandig
5) Risico nemen
6) Impulsief
7) Onverantwoordelijk

(Antagonisme, Disinhibitie)

30
Q

Vermijdende PS Alternatief Model: 3/4 criteria

A

SOWIESO 1) Angst

2) Terugtrekking
3) Anhedonie
4) Intimiteitsvermijding

(Negatieve affectiviteit, Onthechting)

31
Q

Borderline PS Alternatief Model: 4/7 criteria

A

SOWIESO 1) Impulsief, OF 2) Risico nemen, OF 3) Vijandigheid

4) Emotioneel labiel
5) Angstig
6) Verlatingsangst
7) Depressief

(Negatieve affectiviteit, Disinhibitie, Antagonisme)

32
Q

Narcistische PS Alternatief Model: 2 criteria

A

1) Grandioosheid, EN
2) Aandacht zoeken

(Antagonisme)

33
Q

Obsessief-Compulsieve PS Alternatief Model: 3/4 criteria

A

1) Rigide perfectionisme
2) Volhardend
3) Initimiteitsvermijding
4) Beperkte affectiviteit

(Tegenovergestelde Disinhibitie, Negatieve affectiviteit, Onthechting)

34
Q

Schizotypische PS Alternatief Model: 4/6 criteria

A

1) Cognitieve en perceptieve disregulatie
2) Ongewone geloofsovertuigingen en ervaringen
3) Eccentriciteit
4) Beperkte affectiviteit
5) Terugtrekking
6) Wantrouwend

(Psychoticisme, Onthechting)