Hoofstuk 2: Methodiek Flashcards
Wat is het verschil tussen observatie, theorie en hypothese?
- Een observatie: objectieve waarneming waar alle observatoren het eens zijn
- Een hypothese: een voorspelling over een nieuwe hypothese gebaseerd op een theorie ( conceptueel model - idee)
De cirkel vd wetenschap. Observaties leiden tot theorieën, die leiden tot hypotheses die getest worden door experimenteren of andere onderzoeksmethoden. Die leiden weer tot nieuwe observaties. Een theorie zonder observatie is een speculatie. Observaties zonder theorie is simpelweg data zonder verklaring
Wat is hier zeer belangrijk?
- Scepticisme
- Nauwkeurige observatie
- Effecten en verwachtingspatroon vd observator
Schetst dit kort op het vb van Hans Clever
Hans Clever: paard. Volgens eigenaar even slim als mensen.
Hypothese: Hans kan alles leren
Psy Pfungst; gedetailleerde observatie van de theorie dat paarden niet even slim zijn. Blinddoek observatoren die reactie paard beïnvloedden
SECTION REVIEW: Hans Clever illustreert verschillende essentiële problemen bij wetenschappelijk onderzoek. Leg uit?
- Het verschil tss observatie, theorie en hypothese: Objectieve observaties van gedrag leidt psychologen tot het maken van een conceptuele theorie (overkoepelend- Hans is niet slimmer) due leiden tot specifieke hypotheses die men kan testen door onderzoek.
- Scepticisme is zeer belangrijk
- Observaties en contole: wetenschappers controleren de omstandigheden vd observaties om bias te vermijden
- Het gevaar van de observators verwachtings effect.
H2 - 2: onderzoeksstrategieeën - methodiek. In welke 3 delen wordt een onderzoek worden opgezet?
- Design: experiment, correlatie of descriptief onderzoek
2 De setting: in labo of veld - Methode van data collectie: zelf rapportage of observatie
Research design, de eerste dementie van de onderzoek strategie. Hoe kies je het design?
Je kiest het design dat het beste past bij de hypothese die je wil testen.
Design 1: experiment. Waarom is dit het meest accuraat?
Omdat dit een rechtstreekse oorzaak-gevolg data verzameling is. De relatie tss 2 variabelen testen. In deze onderzoeksmethode wordt systematisch 2 of meerdere onafhankelijke variabelen gemanipuleerd terwijl de andere variabelen constant blijven. Enkel de onafhankelijke variabele wijzigt. De onderzoeker kan ervan uitgaan dat de waargenomen wijziging in de afhankelijke variabele veroorzaakt is door de onafhankelijke variabele
Wat is een variabele?
Een onafhankelijke variabele?
Een afhankelijke variabele?
Een subject?
Variabele: alles wat kan veranderen of verschillende waardes kan aannemen
Onafhankelijke variabele: de variabele waarvan men verwacht dat hij een effect zal hebben op een andere variabele
Afhankelijke variabele: de variabele die beïnvloed wordt door de onfhankelijke
Subject: de mensen of dieren die worden onderzocht in de studie
Wat is een whit-in subject experiment?
Between groups experiment?
Wanneer elk subject getest wordt in elk vd verschillende condities vd onafhankelijke variabele
Aparte groep van subjecten voor elke verschillende conditie vd onafhankelijke variabele. Subjecten worden hier meestal onafhankelijk toegewezen aan een groep
Design 2. Correlationeel onderzoek. Verklaar
De onderzoeker manipuleert hier niets rechtstreeks. Hij meet hier 2 of meer bestaande afhankelijke variabelen om realies vast te leggen. Correlaties leggen verbanden tussen variabelen die ons toelaten een voorspelling te doen op een andere variabele op basis van onze kennis. Dit is geen causaal onderzoek
Geef een vb van een correlationeel onderzoek.
Het onderzoek van Baumrind naar opvoedingstijlen. Autoritair, niet Autoritair en ertussen. Hypothese. De causale zou wederzijds kunnen zijn. Of een 3de niet gekende variabele zou een invloed kunnen hebben
Design 3. Descriptief onderzoek. Verklaar
Enkel gebaseerd op data. Observeren van een groep (Jane Goodall’s chimpansees)
Gedetailleerde beschrijving van processen
We meten niet systematisch variabelen dus kunnen geen verbanden vast leggen
Dit type onderzoek is ideaal om het gedrag van specifieke groepen, of een individu, nauwkeurig in kaart te brengen
Setting: leg het verschil uit tussen labo en veldonderzoek
Labo: op een toegewezen plek (meestal voor experimenten) - volledige controle over omgevingsfactoren
Veld: habitat subject. Onderzoekers geen controle over omgevingsfactoren
Leg de verschillende methoden van data verzameling uit.
Zelf-rapportage; vragen aan deelnemers
Hierbij is introspectie belangrijk
Observationeel: wetenschappers observeren het gedrag. Het risico is dat mensen zich anders gedragen wanneer ze weten dat ze geobserveerd worden (Hawthorne effect)
Best: natuurlijke observatie (onderzoekernvermijdt interactie met subject)
H2 - 3. Statistische methoden in de psychologie. Welke vormen van Statistisch onderzoek bestaan er?
- Descriptieve statistiek
- Inferentiële statistiek