hoofstuk 2 Flashcards
nature=
erfelijkheid, gene, dna, groei en rijping, aangeboren
nurture=
omgeving, mileu, rijping en leren
autoritaire opvoedingstijl
weinig warmte veel controle, grenzen, vaak zijn de straffen te hoog voor actie
permissieve opvoeidngstijl
weinig controle veel warmte, geen grenzen , kinderen worden verwent
ondersteunende opvoedingstijl
veel warmte en veel controle, grenzen, kind kan help vragen, kind word geluistert, kind krijgt verantwoordelijkheden stap per stap.
onverschillige opvoedingstijl
geen warmte geen controle, kinderen moeten hun plan trekken
meest positieve opvoeidngstijl
ondersteunende opvoedingstijl
meest negatieve opvoedingstijl
onverschillige opvoedigstijl
wat is een gevoeilige periodes
een periode van tijd waarin iemand beter en sneller iets nieuw kan leren