hoofdstuk voeding Flashcards

1
Q

Factoren om te bepalen of je voedingspatroon gezond is:

A
  1. De samenstelling van elk voedingsmiddel
  2. Hoe evenwichtig je maaltijden zijn samengesteld 3. De hoeveelheid voeding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

op twee manieren kun je bekijken hoe een voedingsmiddel is samengesteld

A

● De ingrediënten

● De voedingsstoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Geraffineerde producten zijn :

A

voedingsmiddelen waarin de chemische samenstelling aanzienlijk verandert door de fabriek verwerking.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

belangrijkste gezondheidsrisico van geraffineerde voedingsmiddelen

A

voedsel ontdaan van een aanzienlijk deel van de vitamines, mineralen, voedingsvezels.

vaak ongezonde vetten en suikers toegevoegd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hoe kun je inschatten hoe sterk een voedingsmiddel bewerkt is,

A

kijken naar ingrediëntenlijsten geven indicatie hoe geraffineerd het is:
- het aandeel ingrediënten
- als het soort ingrediënten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat staat er in een voedingswaardetabel

A

de exacte hoeveelheden van verschillende voedingsstoffen in het voedingsmiddel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

welke voedingstoffen zijn er

A

Vetten
Koolhydraten
Vezels
Eiwitten
Zout
Vitaminen
mineralen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

waarom heb je elke dag vet nodig:

A

● Je lichaam zet vetten uit je voeding om in energie.
● bouwstenen voor je cellen, hormonen en gal.
- opnemen van vitaminen A, D, E en K uit je voeding
● Een laagje vet beschermt je tegen kou.
● Een laagje vet rond je organen en zenuwcellen beschermt tegen beschadiging.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

verschil verzadigd en onverzadigd vet?

A

verzadigd vet heeft een vaste vorm bij kamertemperatuur.
Is niet goed. Verhoogd je cholesterol. Dit verhoogt het risico op hart en vaat ziekten.

Zijn meestal zacht of vloeibaar bij kamertemperatuur.
Onverzadigd vet zorgt ervoor dat je lichaam cholesterol beter afvoert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat zijn koolhydraten?

A

energierijke stoffen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

welke soorten koolhydraten zijn er

A

Meervoudige koolhydraten Vb. zetmeel

Enkelvoudige koolhydraten (= suikers) vb. glucose,

vrije suikers / intrinsieke suikers / melksuikers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

waarom doet suiker de bloedsuikerspiegel snel stijgen.

A

door een hoge GI (glycemische index)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly