hoofdstuk spraakcomponenten Flashcards
wat is spreekademhaling
korte inademing (inspiratie) en lange gecontroleerde uitademing (expiratie)
wat is ademgroep
aantal syllaben dat een persoon comfortabel op een ademhaling kan produceren
AH
interactie met?
fonatie en velopharyngeaal systeem
AH
enkele symptomen?
- beperkte kracht van AH spieren waardoor te weinig ademsteun
- slechte controle over AH/stem
- te hoog ademhalingstype bv thoracaal of claviculair
- probleem met ademgroepen
voorbeeldjes van afwijkende ademgroep
- uitademen voor de zin
- spreken op reservelucht
- lange pauze voor inademing
- adempauze op niet logische plaats in de zin
geef enkele voorbeelden van symptomen fonatie
- stembandparese (gedeeltelijk)
- stembandparalyse (volledig)
- stem hypertoon of hypotoon µ
- slechte stemkwaliteit
- stemtremor
- beperkt stemvolume
wat is belangrijk bij resonans
afsluiting van velum (velopharyngeale sluiting)
voorbeelden van symptomen resonantie?
hypernasaliteit
hyponasaliteit
nasale souffles
wisselende nasaliteit
wat zijn nasale souffles
luchtemissies tijdens spreken (plofjes)
wat zijn articulatiebewegingen?
snelle, alternerende bewegingen van articulatoren
symptomen van articulatie
onnauwkeurige articulatie (bij alle) maar kan versch redenen hebben naargelang het type dys
wat is prosodie
variaties in luidheid, toonhoogte en tempo
waarom is prosodie belangrijk?
voor natuurlijkheid en spraakverstaanbaarheid
symptomen van prosodie
- probl me toonhoogtevariaties (monotonie en soms toonhoogtepieken)
- probl met luidheisvariaties (monoluidheid en uitschieters)
- spreektempo
wat is monoluidheid
stem niet kunnen verheffen wanneer het nodig is
waar of niet waar
het spreektempo is bijna altijd versneld
fout, meestal vertraagd behalve bij hypokinetische dys
hoe beïnvl zwakke AH
laag stemvolume
hoe beïnvl hypernasaliteit
slechtere productie consonanten die intraorale druk vereisen
hoe beïnvl trage articulatie
lager spreektempo
hoe beïnvl luider spreken
hoger spreektempo
hoe beïnvl kleine ademgroepen
afname van het spreektempo
waar of niet waar
versch spraakcomponenten onderscheiden is erg belangrijk in functie van assessment dys
waar
waar of niet waar
spraakcomponenten hebben geen invloed op elkaar
niet waar, hebben een dynamische interactie