hoofdstuk 9 Flashcards

1
Q

defenitie van waarden

A

waarden zijn algemene, abstracte richtlijnen die zeggen wat een bepaalde groep als goed of fout beschouwt. Waarden zijn maatstaven waarmee men eigen gedrag en de van anderen beoordeelt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

defenitie persoonlijke waarden

A

persoonlijke waarden verwijzen naar een attitude: ze zeggen iets over de persoonlijke houding van iemand.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

defenitie algemene of maatschappelijke waarden

A

waarden die goed zijn voor iedereen noemen we algemene waarden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

normen

A

normen zijn concrete gedragsregels die aangeven hoe we ons in een bepaalde situatie moeten of niet mogen gedragen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

formele normen of rechtsnormen

A

formele normen of rechtsnormen worden in een samenleving vastgelegd in schriftelijke wetten. Daarnaast zijn ze verboden met sancties. Wie zulke normen niet naleeft, krijgt er een bepaalde straf voor. De naleving kan gecontroleerd worden door politie en justitie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

informele normen of gedragsnormen

A

informele normen of gedragsnormen zijn niet in wetten vastgelegd, maar de meeste mensen vinden dat ze hoe dan ook nageleefd moeten worden. Wie zulke normen niet naleeft, wordt nier formeel bestraft, maar het niet naleven ervan kan wel maatschappelijk worden bestraft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

instituties

A

instituties zijn maatschappelijke systemen die ervoor zorgen dat niet enkel waarden gerealiseerd worden, maar ze ook doorgegeven worden van de ene generatie op de volgende zodat ze niet verloren gaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

welke kenmerken heeft een institutie

A

1; ze geeft vorm aan menselijk handelen

  1. ze bepaalt onderlinge sociale verhoudingen
  2. ze brengt mensen samen in een georganiseerde sociale eenheden.
  3. ze is dwingend en normatief
  4. ze lzidt tot rolverwachtingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

socialiseren

A

leren hoe men zich de cultuur van de groep waarin men leeft eigen maakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

cultuuroverdracht

A

cultuurelementen doorgeven van de ene generatie op de andere of aan nieuwe leden van de gemeenschap noemen we cultuuroverdracht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

socialisatie

A

het langdurige proces waarbij cultuurkenmerken worden overgedragen van een samenleving of sociale omgeving naar een individu. Het is een socialisatieproces dat zich afspeelt binnen de cultuur waarin men is geboren. Cultuuroverdracht verloopt van de ene generatie naar de andere

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

acculturatie of cultuurcontact

A

het geheel of gedeeltelijk overnemen van een vreemde cultuur wanneer verschillende gemeenschappen in min of meer langdurig direct contact met elkaar komen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

het socialisatieproces

A

het socialisatieproces is het proces waarbij een individu de waarden, verwachte handelingen en gewoonten die heersen in een bepaalde samenleving leert kennen en in zich opneemt. Dit gebeurt gradueel, stap voor stap. Het individu is vanaf begin een actief wezen in dit proces.
- dit proces verbindt de verschillende generaties met elkaar, omdat het sociale proces de band tussen generaties zodanig smeedt dat ze gewoonlijk voor de rest van hun leven bij elkaar betrokken blijven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

expliciete waardeoverdracht

A

de omgeving geeft uitdrukkelijk aan wat goed of slecht is en hoe je je moet gedragen. Deze waardeoverdracht kan mondeling of schriftelijk gebeuren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

impliciete waardeoverdracht

A

de waardeoverdracht gebeurt niet uitdrukkelijk. Je moet de waarden afleiden uit afbeeldingen, situaties, woordenspellingen, opmerkingen, verhalen, sprookjes,…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

defenitie ritueel

A

een ritueel is een opeenvolging van gestileerde handelingen die op een door traditie bepaalde manier in een groep worden uitgevoerd op een afgesproken tijdstip en plaats

17
Q

inwijdingsritueel

A

tijdens een inwijdingsritueel wordt de overgang van een leeftijdsfase naar een andere gevierd.

18
Q

een fabel

A

een fabel is een verhaal met een zedenles: dit is wat je moet doen, en dat is sterk af te raden

19
Q

mythen

A

mythen kunnen eveneens gezien worden als een verhaalvorm uit het verleden waarlangs waarden en normen werden overgedragen. Deze verhalen vertellen ons vooral over de meest intieme gedachten van de mens.
- Daarnaast proberen ze een antwoord te formuleren op vragen, problemen of verschijnselen die voor mensen moeilijk te begrijpen zijn.