Hoofdstuk 9, 10 Flashcards

1
Q

wat is een verbintenis?

A

vermogensrechtelijke rechtsverhouding tussen 2 partijen waarbij de ene partij een prestatie verplicht tegenover de andere partij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is het verschil tussen redelijkheid en billijkheid?

A

redelijkheid is met verstand, billijkheid met het recht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is het verschil tussen een civiele en een natuurlijke verbintenis?

A

bij een civiele verbintenis kan nakoming via de rechter worden afgedwongen, bij een natuurlijke verbintenis niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is het verschil tussen een enkelvoudige en een alternatieve verbintenis?

A

enkelvoudig: schuldenaar is verplicht tot een prestatie waar de schuldeiser recht op heeft
alternatieve verbintenis: schuldenaar is verplicht om een alternatieve prestatie te leveren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is het verschil tussen een verbintenis onder voorwaarde en onder tijdsbepaling?

A
  • verbintenis onder voorwaarde: toekomstige onzekere verbintenis
  • verbintenis onder tijdsbepaling: toekomstig zekere gebeurtenis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is het verschil tussen opschortende en ontbindende voorwaarde?

A
  • opschortend gaat pas in als voorwaarde is vervuld

- ontbindend vervalt op het moment dat gebeurtenis plaatsvind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is pluraliteit van schuldenaren?

A

verbintenis tussen meerdere schuldenaren/ schuldeisers –> elke schuldenaar levert een gelijk deel van de prestatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

elke schuldenaar levert een gelijk deel van de prestatie bij pluraliteit van schuldenaren. hierop zijn 2 uitzonderingen, welke zijn dit?

A
  • in de wet/ onderlinge afspraken is wat anders vastgelegd

- prestatie is niet te verdelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is verrekening?

A

enen vordering wordt tegen de andere vordering weggestreept

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is de voorwaarde van schuldoverneming?

A

er moet toestemming van de schuldeiser worden gevraagd om te voorkomen dat nieuwe schuldenaar de schuld niet kan betalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is wanprestatie?

A

tekortkoming in de nakoming –> schade moet worden vergoed door schuldenaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat zijn de 4 vereiste voor aansprakelijkheid?

A
  • tekortkoming in nakoming
  • tekortkoming is toerekenbaar
  • schuldeiser heeft schade
  • er is een causaal verband tussen tekortkoming en schade
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is verzuim?

A

periode waarin correcte nakoming niet plaatsvind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is ingebrekestelling?

A

schriftelijke aanmaling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

welke 2 soorten in gebrekenstelling zijn er?

A
  • met redelijke termijn

- zonder redelijke termijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is een gesloten systeem van verbintenissen?

A

verbintenissen kunnen niet buiten de wet ontstaan